Column
Column: Voordat het er niet meer is
Met voedsel precies zo. Jaren geleden trof ik nog een oude baas, kijkend naar het rooien van de tulpenbollen. Met zijn ene oog genietend van het professioneel rooien van tulpen, maar met zijn andere oog nog steeds bezorgd op de paar verloren bollen waar we vanavond nog prima soep van konden maken. En niet alleen de burger of consument is de smaak van tekorten vergeten. De gehele agro-industrie, afnemers, melkfabrieken, slachterijen, eier- en aardappelhandelaren: jarenlang zijn ze verwend door de boer die zijn te krappe inkomen compenseerde door een nog grotere productie. Melk, vlees en piepers zat. Intussen orakelden ze het duurzaamheidsgeloof. We moesten aantonen hoe goed we het in Nederland wel niet deden, en het nóg beter doen. Dat al die duurzame wensen wel de opbrengstprijs van onze afnemers deed stijgen, maar de verhoogde kostprijs op de boer onvoldoende compenseerde, daar praatte niemand over. Duurzaamheid als ‘license to produce’. We moesten het nog beter gaan doen in plaats van beter vertellen hoe goed we het al doen. En nu de groei in productie op de boer er wel zo ongeveer uit is, kunnen zij eraan! De RFC’s, de A-wares, de Vions. Om die fabrieken nog een
beetje vol te kunnen houden bij een krimp van de veestapel, zal er betaald moeten worden. Want net als de boer die van een miljoen liter melk teruggaat naar zeven ton en zijn kostprijs hard ziet stijgen, geldt deze rekensom voor een melkfabriek of slachterij ook. Of gaat men dan de melk, de varkens of de piepers die tekort komen uit het buitenland halen, met lagere productiestandaarden als men hier altijd geëist heeft?
Elke keten draait bij de gratie van voldoende aanvoer. Wat zijn de gevolgen van ‘alle stokken om de hond te slaan’? Of je nu stikstof, piekbelasters, PAS-melders, klimaat, bodem, water of de GVE/graslandnorm pakt, elke stok kan zomaar een paar honderd tot een paar duizend bedrijven de kop kosten. En zie de jonge boer nog maar gemotiveerd te houden om het bedrijf voort te zetten. Waar decennialang de vraag was: ‘waar blijven we met al die melk?’, zal de vraag worden: ‘waar halen we de melk vandaan?’ Of hoe houden we de ketens overeind? Ik hoop dat het strijdlied voor bijvoorbeeld Jan Anker ook door De Dijk geschreven gaat worden: ‘A-ware, weet wat ‘ie mist, voordat het er niet meer is, en betaalt vanaf nu het dubbele en da’s geen kattenpis.’
Jeroen van Maanen,
melkveehouder in Zeewolde en bestuurslid NMV
Tekst: Jeroen van Maanen