Column: Veel gras, ondanks droogte

Om aan te sluiten op de vorige blog waarin ik het had over de inseminatieperiode; de eerste resultaten. Na 4,5 week insemineren, hadden we een zogenoemde in-kalf-waarde van 69 procent. Dit is ook ongeveer het doel voor de meeste bedrijven. We hadden nog 1,5 week door kunnen gaan met insemineren, maar dat zou betekenen dat we nog 1,5 week elke ochtend om half 4 in de melkstal moeten staan om tochtige koeien uit de koppel te pikken. Dit zou ons dan een in-kalf-waarde van 75 procent op kunnen leveren. De sharemilker en ik waren ondertussen al zo moe, dat we dit liever over laten aan de experts op dit gebied. We hebben ook dit jaar weer 30 stieren gekocht om alle koeien die niet geïnsemineerd zijn, drachtig te krijgen. Dit zijn vaak koeien die de tocht niet laten zien of slecht tochtig worden. Gelukkig hebben de stieren daar een neusje voor. We gebruiken Herreford en Angus stieren. We hebben geluk dit jaar, want de stieren zijn super rustig en handzaam. Je kan rustig bij ze in het land of de wachtruimte komen, zonder gevaar te lopen. Maar toch, altijd een oogje op ze houden is niet verkeerd.
We proberen nog steeds onze productie zo hoog mogelijk te houden. We produceren momenteel nog 2,1 melksolids per koe per dag. Dit komt neer op ongeveer 26 kilo meetmelk per dag op 150 dagen in lactatie. We hebben een dag zonder drinkwater gezeten, door een probleem met een waterleiding. Hier hebben de koeien wel een tik van gehad. Dit soort fouten hebben een effect op de gehele melkproductie voor de rest van het seizoen. Dus ook zaak om dit zo veel mogelijk te beperken. Doordat we bijna volop kunnen irrigeren, groeit er nog steeds redelijk veel gras. De gemiddelde grasgroei is momenteel 62 kilo drogestof per dag. Dit zorgt er voor dat we ruim 17 kilo drogestof per koe per dag kunnen voeren. We maaien volop voor de koeien uit, om het gras wat is geschoten door de koeien op te laten nemen.
Bijna alle kalfjes zijn ondertussen vertrokken naar onze opfokbedrijven. Alle Herreford en Angus kruislingkalfjes zijn naar het Noordereiland vertrokken waar ze op het Station (een vleesveebedrijf in de bergen waar niets anders is te verbouwen dan gras) van de bedrijfseigenaar lopen om aan te komen. De vaarskalveren zijn naar een opfokker vertrokken waar ze zullen blijven totdat ze hoogdrachtig zijn. Dit is 2 uur ten noorden van hier. Dit geeft ons ook weer ruimte op de boerderij om het gras te benutten voor de melkkoeien.
Het is momenteel erg droog in Nieuw-Zeeland. In Canterbury ( onze provincie) zijn er al verschillende droogterecords verbroken. Ook in de Wairarapa (zuidelijke provincie in het Noorder eiland) is alles geel en bruin. Wij hebben het geluk dat we een hele natte winter hebben gehad met veel sneeuw in de bergen. Hierdoor zijn de ondergrondse rivieren vol en hebben we voldoende water om op te kunnen pompen.
Ik wil vanaf hier iedereen het allerbeste wensen en een productief 2018!