Column: Stoeien met het rantsoen
Normaal hebben we in het voorjaar juist een kalverpiek, maar omdat veel koeien moeilijk of niet drachtig wilden worden, is die opgeschoven. Bij de drachtcontrole bleek ook dat er redelijk wat koeien cysten hadden. We hebben toen de ddgs (afval van ethanolproductie) uit het rantsoen gehaald. Michel had gelezen dat dat soms de oorzaak kan zijn van cysten. Jammer genoeg zijn we daarna echter ook gezakt met de melkproductie. Nu zaten we al niet zo hoog, maar de 22-23 liter per koe die we nu melken, geeft wel reden tot nadenken.
Nu hoeven we ook geen 30 liter per koe te melken. Dat is met de omstandigheden hier toch al heel lastig. Maar 25 tot 26 liter moet wel haalbaar zijn. Toen we nog 30 koeien molken en de krachtvoercomputer het nog deed, hebben we ook een poosje op die productie gezeten. Maar dat is alweer jaren geleden.
Luzerne
Nee, wat de melkproductie en rantsoenberekening betreft, gaat het hier nog niet allemaal vanzelf. We geloven best dat koeien het het beste doen op gras. Maar aangezien dat hier niet wil in de zomer, verbouwen we luzerne. En dat is best lastig om goed in de kuil of baal te krijgen. Als je te lang wacht (bijvoorbeeld als de machines kapot zijn of het land te nat), zijn de stengels te lang en dik en drogen ze moeilijk. Schudden kan niet, want dan vallen de blaadjes eraf. Harken doen we het liefst ’s morgens, ook vanwege de blaadjes. Maar dat vergt wel enige planning. Sinds twee jaar hebben we een hakselaar met ook een grasbek. Dan kunnen we de luzerne in ieder geval beter inkuilen, omdat het dan gehakseld is en beter fermenteert. Maar dan nog hebben we maar een kleine 10 hectare luzerne. En ook nog verdeeld over kleine stukjes, hier en daar. Heel bewerkelijk dus.
Problemen met vruchtbaarheid en klauwen
Mais daarentegen is een stuk makkelijker. Dat is ploegen, eggen, zaaien, spuiten en wachten tot je kunt hakselen. Maar met 60 procent mais in je rantsoen is het dus wel even uitvogelen hoe je balans krijgt. Bietenpulp en bierbostel zijn hier vrij makkelijk te krijgen. En daarnaast als krachtvoer zonnebloem- en raapschroot, soja, tarwe en wat zout, mineralen en bicarbonaat. En als alles dan lekker loopt, ben je er ook niet zo mee bezig. Maar als je dus met de vruchtbaarheid van de koeien komt te zitten (tussenkalftijd en nageboorteproblemen) en daarnaast nog klauwproblemen hebt en zeer wisselende melkproducties en mest (soms spuitdiarree en soms hard als beton), dan ben je soms wel even de draad kwijt. Bij drie koeien die we moesten afvoeren, dacht Michel aan pensverzuring. Maar als we de veearts er dan bij lieten komen, gaf die als enig advies vitaminen en antibiotica geven.
Eenvoudiger rantsoen
Stoeien, dat blijft het. We hebben wel een voeradviseur, die ook monsters neemt van de kuilen. En hij lijkt ook wel goed. Beter in ieder geval dan de adviseur die hier eens kwam en begon te rekenen met 24% droge stof in de mais. Maar na een jaar van meer en duurder krachtvoer voeren, waarbij de problemen niet echt minder werden (en de melkproductie ook niet noemenswaardig steeg), zijn we toch maar weer teruggegaan naar het (eenvoudigere) rantsoen van daarvoor. Dat scheelt in ieder geval in de portemonnee. En dan maar goed de vinger aan de pols houden en ons boerenverstand gebruiken om het waar wij nodig achten aan te passen.
Ja, dan missen we hier wel een studieclubje of iets in die trant. Elke keer als we bij andere (Nederlandse) melkveehouders op de koffie zijn, komen we erachter dat anderen ook met (dezelfde) problemen worstelen als wij. Hoe mooi zou het zijn als we met een stel boeren eens in de zoveel tijd bij elkaar konden komen om bijvoorbeeld onze rantsoenen eens door te rekenen. Helaas komt dat er gewoon niet van.
Celgetal onder controle
Wat ons eigen rantsoen betreft, hebben we dit jaar wat meer luzerne gezaaid. Ook willen we de krachtvoerboxen weer gaan gebruiken. Voor de verse koeien. Zodat we de krachtvoergift weer individueel kunnen gaan sturen. En misschien gaan we nog wel een proef doen met brokjes, welke tegenwoordig ook te krijgen zijn (het zou in ieder geval werk en opslag sparen). Hopelijk draagt dit alles bij aan meer balans in het voer. Mooi is wel dat we het probleem van het celgetal intussen onder de knie hebben. Na lange tijd zitten we eindelijk weer goed. Dat is wel een opsteker. En van de week zijn er zowaar drie kalfjes geboren achter elkaar, dus bij de iglo’s is er ook weer leven in de brouwerij.