Column: Gokken goed genoeg?
We zitten namelijk nog steeds met ons celgetal. Afgelopen voorjaar hebben we de potstal omgebouwd naar ligboxen en hoopten zo het celgetal naar beneden te krijgen. Maar van de melkfabriek kregen we nul terugkoppeling of dat ook werkelijk gebeurde. We hebben toen een alternatieve oplossing gevonden: twee tankmonsters meesturen met de monsters van de melkcontrole.
Vraagtekens bij monstername
Elke vier weken komen ze hier voor de verplichte melkcontrole en twee extra monsters was geen probleem. Dus doen we dat nu al geruime tijd. Maar het leverde nog niet echt het gewenste resultaat op. Verscheidene keren kwamen er van twee identieke monsters twee compleet verschillende (en ver uiteenlopende) uitslagen binnen voor alle kengetallen. Dan is het toch logisch dat je gaat twijfelen aan de methodiek of werkwijze van het laboratorium? Het helpt misschien ook niet dat de monsters soms wel twee weken staan, omdat ze net ‘de route’ gemist hebben. Bij de individuele koeien hebben we ook regelmatig uitslagen waar onze wenkbrauwen van omhoog gaan. Vetgehaltes van 1,5% (dan zijn ze toch ziek?). Uitschieters in celgetal bij dezelfde koe die niet in lijn lopen met eerdere en latere uitslagen (van 10 naar 30 naar 6.000 naar 40), zonder klinische aanwijzingen.
Monsternemers opleiden
Een goed monster begint natuurlijk al bij het monsternemen. Als we weten dat ze komen, maken we alle melktuitjes nog eens extra goed schoon. Maar dat is zo’n beetje het enige dat we er zelf aan kunnen doen. Ja, plus de monsternemers een beetje opleiden. Michel is zelf in zijn jonge jaren tien jaar monsternemer geweest, dus niet helemaal een leek op dit gebied. En een beetje bijsturing bleek in het begin hoognodig. Melk aflezen bijvoorbeeld. Ze zagen de schuimlaag ook volledig voor melk aan. Hoezo 1 liter schuim is 0,1 liter melk? Misschien wisten ze het niet, omdat ze het bij andere boeren niet nodig hebben. Bleek dat wij de enige zijn in de regio met melkglazen. Maar de melk goed mengen alvorens het monster af te tappen, dat was toch niet meer dan logisch? Nee. Moesten we ze ook op wijzen. Net als de oornummers goed aflezen. In het halfdonker werd er wel eens wat gegokt en bij Nederlandse oornummers raakten ze helemaal in de war (waar het laatste nummer niet meetelt). Zo kwamen er dus regelmatig oornummers voor op de lijst die niet eens bestonden. Dat probleem is nu opgelost. We hebben alle koeien de vier cijfers van hun oornummer aan hun halsband gemaakt. Lekker groot. Lekker duidelijk. Kunnen ze daar in ieder geval niet meer de mist in gaan.
Nauwkeurig te werk
Over het algemeen gaat het monsternemen nu dus wel redelijk. Hoewel er af en toe nog wel eens een koe op de lijst staat die maar 2 liter zou hebben bijvoorbeeld, terwijl ze net gekalfd heeft. Wat we dan niet kunnen toetsen aan de tweede melking, omdat ze maar één melkmaal komen. Dat is wel jammer. Ze komen de ene keer ’s morgens en vier weken later komen ze ’s avonds. Zo kunnen we het aantal liters per koe wel gokken, maar nauwkeurig is het niet. Terwijl je als boer toch graag nauwkeurig te werk gaat, als je je bedrijf wilt managen.
Van Excel naar managementprogramma
We hadden tot voor kort onze koegegevens in een zelfgemaakt Excel bestand. Dat eigenlijk perfect werkte, omdat Michel hem zo had gemaakt, dat alles wat hij nodig had, erin stond. Maar met de komst van de melkcontrole, kwamen er ook steeds meer lijstjes die we elke keer aan moeten leveren. Wat steeds meer tijd kostte met ons Excel bestand. Dus sinds kort hebben we een echt managementprogramma. Dat nu, in het begin, nog wel even wennen is en nog niet echt tijdwinst oplevert. Maar langzaamaan rollen de lijstjes met steeds meer gemak uit de computer. En langzaamaan krijgen we het door (en er ook meer lol in). En zien we ook de onbegrensde mogelijkheden. Jaaroverzichten, kengetallen, koefamilies, melkgiften, celgetallen; je kunt het zo gek niet bedenken of je kunt er een grafiek van maken. Leuk om mee te stoeien op koude, winterse dagen. Dan zou het alleen wel fijn zijn dat de gegevens die we erin stoppen ook kloppen.
Meerder factoren
Maar stap één is er: het aanleveren van de gegevens. De melkfabriek werkt eindelijk mee. Helaas blijkt uit hun uitslagen nou niet dat het celgetal noemenswaardig naar beneden is gegaan. We hadden een stille hoop dat dat wel zou gebeuren. Maar eerlijk gezegd weten we zelf ook wel dat het van meerdere factoren afhankelijk is. We hebben dan wel ligboxen nu,maar ze zijn nog niet perfect. Strooisel blijft slecht liggen. Een aantal koeien wil er uberhaupt niet in, omdat ze het niet kennen. De melkstal heeft ook nog een aantal problemen. Wat het celgetal natuurlijk ook niet ten goede komt. Plus dat een aantal koeien nu gewoon structureel met de uiergezondheid zit. Waar we ook graag op selecteren. Maar vanwege de diersubsidie mogen er tot half december sowieso geen koeien weg.
Niet gokken
We hebben dus nog een aantal weken om een selectie te maken. Om de koeien met het hoogste celgetal eruit te plukken. We hopen dat we daarvoor nog een aantal betrouwbare uitslagen kunnen gebruiken. Desnoods maar een aantal extra. Want als het erop aankomt om vee weg te doen, dan wil je het er toch ook niet zomaar op gokken.