Column: Stilte voor de storm
De koeien lopen allemaal op akkerland waar we voederbieten, kale (een soort groot boerenkoolgewas) en rape (ook verwant aan de kale) verbouwen. De koeien lopen nu op mooie droge grond. We boeren op vrij goede grond: lichte klei met veel gravel en keien in de bodem. Dit zorgt voor een goede ontwatering van het land, met een hoogwaardige toplaag.
Voederbieten en kale als droogstandsrantsoen
De twee droogstandsrantsoenen bestaan voornamelijk uit voederbieten of kale. We voeren ongeveer negen kilo drogestof per koe, wat de koeien zelf uit de grond trekken of aan bladmassa eten. Daarnaast voeren we vier kilo drogestof kuilvoer en stro bij. Het stro vreten ze naar behoefte, maar dat komt neer op ongeveer één kilo drogestof. Regelmatig oogsten we een aantal vierkante meters om deze berekeningen accuraat te houden.
Het kale gewas kan ruim een meter hoog worden. Daarom rijden we met de trekker lijnen in het gewas om afrasteringen te kunnen verzetten, zodat we geen stroom verliezen en geen kletsnatte broek krijgen tijdens het afrasteren.
Blijven monitoren
Het is erg belangrijk om de koeien en pinken te blijven monitoren. Omdat de dieren niet op de huiskavel lopen heb je kans om attenties te missen. Daarom maken we twee maal per dag een ronde tussen de koeien om klauwproblemen en eventuele verwerpers snel op te sporen.
Omdat het winter is, maken we vrij korte dagen, we beginnen om 8 uur en om 5 uur ‘s middags zijn we meestal thuis. Tussen het voeren en het checken van de dieren door, zijn we druk met het repareren van afrasteringen, vervangen van al het rubber in de melkstal en het klaar maken van de kalverhokken voor de afkalverij begint.
Kamperen in de sneeuw
Alle 1.150 koeien en 300 pinken kalven in twee maand tijd af, dit begint half juli. Het is een mooie stilte voor de storm. Daarom heeft iedereen iets meer vrij dan normaal. Komende week ga ik met mijn neef vijf dagen jagen in de bergen aan de westkust. Zo’n 4,5 uur rijden van hier . Kamperen in de winter zal weer een nieuwe ervaring worden.
