Column: Die rijke Hollanders
Als ik het niet dacht. Al kan ik me niet voorstellen dat dat de eerste keer is, dat ze zoiets over ons zeggen. Er is al menig keer een vrachtwagen met machines en materieel door de straat gereden, op weg naar ons toe. Maar oké, een John Deere hakselaar, dat zie je inderdaad niet elke dag. En eerlijk gezegd hadden we de hakselaar ook liever stiekem in een gesloten vrachtwagen hierheen gehaald. Of midden in de nacht, haha. Want we lopen er niet graag mee te koop. Helemaal omdat we hem eigenlijk liever helemaal niet hadden gekocht. Als er maar een betrouwbaar alternatief was geweest…
Eerder rijp
Maar na de dramatische maisoogst van vorig jaar wilden we niet nog eens het risico lopen. Toen verdroogde onze superbeste mais waar we bij stonden, omdat de hakselaar eerst niet op kwam dagen en later om de haverklap kapot ging. Dit jaar is de mais eerder gemiddeld dan superbest. Maar hopelijk wordt de oogst wel beter, doordat we deze keer wél op tijd kunnen oogsten. Nederlandse vrienden van ons hier op een half uurtje afstand, hadden al eerder dan ons een hakselaar gekocht en ons al vroeg in het seizoen beloofd dat ze dan wel bij ons wilden komen hakselen. Maar omdat een deel van onze mais eerder rijp is dan het andere deel en omdat ze ook nog bij een andere Nederlandse boer hadden beloofd te gaan hakselen, vroegen we ons af of ze dat praktisch allemaal wel klaar konden spelen. En vroegen we ons af of we toch niet liever zelf iets achter de hand wilden hebben. Al was het een simpele, oude hakselaar.
John Deere 6910
Dus toen we een paar weken geleden in Nederland waren en ik gezellig overal op de koffie ging, reed Michel ondertussen samen met neef Jorn stad en land af om allerlei soorten en maten hakselaars te bekijken en zich te laten informeren waar ze op moesten letten. Het waren lange dagen, maar uiteindelijk kwamen ze uit bij de hakselaar die ze als eerste gezien hadden; een John Deere 6910. Eigenlijk veel duurder dan we in de planning hadden gehad. Maar qua prijs-kwaliteit verhouding toch de beste. De Kemperbek die erbij zat, die hebben we beleefd laten staan. Dat werd iets te gortig. Daar zouden we wel een goedkopere kettingbek voor vinden. Maar de hakselaar was gekocht. Dat was alweer een zorg minder.
Luzerne inkuilen
Terug in Roemenië eerst maar eens weer bij de mais kijken. Wat was dat snel gegaan! Binnen twee weken zou de eerste tien hectare eraf kunnen. Dus moesten we gauw die maisbek zien te vinden op internet. Maar konden we in de tussentijd wel mooi de grasbek, die erbij zat, uitproberen op onze zeven hectare luzerne, die ook ingekuild moest worden. Nou, dat ging nog niet even gesmeerd. Maar na veelvuldig contact met de werkplaats van de verkoper in Nederland, kregen ze hem uiteindelijk toch nog goed afgesteld en hebben we prachtige gehakselde luzerne kunnen inkuilen.
Maïsbek
En toen nog een maisbek vinden. Michel had er eentje op het oog in Frankrijk. Goedkoper dan vergelijkbare modellen in Nederland. Maar het contact verliep nogal moeizaam. Een Roemeense vriend van ons die goed Frans spreekt, fungeerde als tussenpersoon. En we waren al wel zover dat die Fransman ons alleen nog zijn banknummer moest geven. Maar we hoorden maar niets. Geen mail. Geen telefoontje. Weekend ertussen. Toen zelf er maar eens heen gebeld, met Google Translator als tolk erbij. Werd het ons eindelijk na veel ‘eh’en ‘ah’ duidelijk dat hij hem aan iemand anders had verkocht. Een Fransman. Want dat was minder ingewikkeld. Ah! Dan laat je dat toch even weten?! Hadden wij ondertussen op zoek kunnen gaan naar een andere bek. Een paar kostbare dagen verloren.
Tijd dringt
Na lang zoeken hadden we nog twee opties. Eentje in Frankrijk die wel wat duurder was, maar die volgens de verkoper slechts 200 ha had gehakseld. Op de foto’s leek hij echter overgespoten, dus vroegen we om duidelijkere foto’s van de messen en de kettingen. De tweede optie was een goedkopere in Nederland, maar dat was geen John Deere type, dus daar moest de verkoper nog een tussenstuk voor zien te vinden. Al met al waren we zo weer een paar dagen verder. Plus dat hij dan ook nog hierheen moest komen. De tijd begon te dringen. En transport uit Frankrijk is minder makkelijk te regelen dan vanuit Nederland.
Kemperbek
Wat moesten we doen? Langzaam kwam de Kemperbek weer in beeld. Dat was eigenlijk de enige bek die Michel en Jorn met eigen ogen gezien hadden. De prijs was redelijk. Alleen hoger dan wat we in gedachten hadden gehad voor een bek. Maar een Kemperbek zou zijn waarde wel houden. Wikken en wegen. Wat was het wijste om te doen? Gelukkig werd de keuze voor ons gemaakt. Die bek uit Frankrijk, dat vertrouwden we toch niet, omdat de foto’s er niet duidelijker op werden. En bij die kettingbek uit Nederland konden ze geen tussenstuk vinden. Dus bleef eigenlijk alleen die Kemperbek nog over. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. Alleen konden we het zelf nog niet helemaal geloven. Dat we zelf een hakselaar gingen kopen, dat was met name opdat we op het juiste moment konden gaan hakselen. Maar dan ook nog eens de luxe van een Kemperbek …? Wat zullen we onze percelen straks mooi schoon kunnen achterlaten. Zelfs het onkruid zal mee worden gehakseld. En de rijen mais die plat zijn gereden door het paard en wagen van de buurman. En ook zullen er geen kolven meer voor de zigeuners op het land achterblijven om op te rapen. Dat zullen we ze nog maar niet vertellen, anders duiken er vast nog meer voortijdig de mais in om de kolven er alvast af te plukken.
'Rijk'
De hakselaar is ondertussen omgezet en bijna klaar om de mais in te gaan. Dat had nog wel even wat voeten in de aarde, want de grasmessen moesten eruit en de maismessen erin. En er ontbraken tien maismessen! Plus dat de mal om de messen af te stellen, krom was. Maar gelukkig stond de werkplaats in Nederland wederom continue paraat om ons te helpen en konden we hier zowaar tien nieuwe messen vinden bij de John Deere dealer. De Kemperbek kwam ook zonder kleerscheuren aan en daar wordt nu de laatste hand aan gelegd. En dan kunnen we hopelijk vandaag nog aan het hakselen. Dat zou toch wat zijn! Als toch dit jaar de mais eens in de kuil komt, zoals we dat graag zouden zien. Dan zouden we ons pas echt ‘rijk’ voelen!