Column: Op de valreep
Maar nu mag hij zovaak toeteren als hij maar wil. Want het betekent dat we weer ‘back in the race’ zijn. Op de valreep. Misschien wel letterlijk een race tegen de klok. Want nog maar een paar dagen en dan is het afgelopen, de ‘bietencampagne’. En dan sluit de fabriek. En dan is het maar te hopen dat we genoeg voorraad aan hebben kunnen leggen. Want het is wel een belangrijk onderdeel van ons rantsoen: bietenpulp.
Voor we hierheen kwamen, had ik nog nooit van ‘bietencampagne’ gehoord. Maar ik weet het nog goed. Ons eerste jaar hier. We huurden toen een halve stal op een oude staatsboerderij en stonden met onze caravan bij de poort, vlakbij de weg, tegenover de weegbrug. Het was vaak een komen en gaan van mensen, die allemaal bij één van de andere schuren moesten zijn. En die liepen allemaal langs de caravan. Veel privacy hadden we dus niet.
En toen kwam de burgemeester, de eigenaar van onze stal, ook nog eens vertellen dat de bietencampagne begonnen was en er elke dag ‘een paar‘ wagentjes met bieten op de weegbrug zouden komen. Maar hij verzekerde dat dat maar ‘een paar’ weken zou duren. Nou, zeg maar gerust een paar maanden. En de hele dag door. Van die stinkende en ronkende oude trekkers met wagentjes vol bieten. Vlak voor onze neus. Langzaam kregen we door hoe belangrijk de bietencampagne hier op het platteland is. Elk klein boertje heeft wel een halve hectare bieten. Waar bij een groot deel de bieten zelfs nog met de hand worden gerooid. En we kregen ook door dat ze hier dus elk jaar wel tot de Kerst zoet zijn met die suikerbieten.
Nu zijn we er blij mee. Dat we elk jaar zolang van de ‘campagne’ kunnen genieten. Want we willen graag (ruim) voldoende voer op voorraad hebben en hadden gehoopt dit jaar toch 50 vrachtwagens (1000 ton) te kunnen inkuilen. Achteraf hadden we gewoon meteen in het begin een voorraad aan moeten leggen. Maar ja, het was een goed landbouwseizoen; maïs, bieten, alles stond er overal goed bij. De kans was groot dat de prijs zou zakken. Dus wachtten we af. Met het risico dat de vrachtwagens bij nat weer hier het erf niet op zouden kunnen komen, omdat we geen erfverharding (laat staan kuilplaten) hebben. Maar hopende dat het weer mee zou vallen of dat in ieder geval de jaarlijkse vorstperiode ook dit jaar gewoon in november zou beginnen.
Zoals verwacht daalde de prijs. Hij zakte van bijna 10 euro per ton naar iets meer dan 2 euro per ton. Maar helaas werd het een nat najaar. Een erg nat najaar. Met temperaturen die boven nul bleven. De vieze klei werd al blubberiger en blubberiger. Tussen de buien door kregen we het toch voor elkaar zo’n 30 vrachtwagens aan te voeren. Maar de laatste 20?
De enige optie was om vlak bij de weg een plek gelijk te maken. Maar met constant kapotte trekkers, een kraan die het niet deed en veel ander werk dat prioriteit had, bleef dat karwei liggen. Tot de sluitingsdatum van de suikerfabriek dichterbij kwam. Toen moesten we wel alles op alles zetten. Het leek zo eenvoudig, ‘even’ de blubber weg schuiven en de boel gelijk maken. Maar wat een klus. Uiteindelijk moesten we genoegen nemen met ‘hopen dat het zo gaat lukken’. En hebben we gisteren eerst maar het kleine vrachtwagentje gebeld.
En die staat nu dus op de weg, klaar met de eerste vracht! Het lossen gaat goed. Het wegkomen minder. Gelukkig hebben we altijd wel een trekker bij de hand die vastgelopen vrachtwagens naar de weg kan slepen. De bietenpulp zelf maakt het er ook niet beter op. Dat spul is net zo glad als natte klei! Als het de dagen erna ook nog eens gaat regenen, wordt het pas echt ploeteren. Maar het lijkt erop dat we onze gewenste voorraad gaan halen. Op de valreep. Wij gaan met een fijn gevoel de feestdagen in. En jullie hopelijk ook. Toet toet!