‘Brussel’ lanceert steunpakket van 430 miljoen voor Europese boeren
Van de 430 miljoen euro gaat 100 miljoen euro naar de vijf Oost-Europese landen Polen, Bulgarije, Hongarije, Roemenië en Slovakije. Deze landen hebben te lijden van de catastrofale daling van de graanprijzen en andere landbouw- en voedingsproducten.
Die daling is het gevolg van de oorlog in Oekraïne en meer bepaald de massale import van deze producten uit dat land. De Commissie had deze steun van 100 miljoen euro aan de vijf genoemde landen vorige maand voorgesteld om hun landbouwers te beschermen tegen deze importen. Maandag keurden de overige 22 lidstaten dit steunpakket goed.
De Commissie had de vijf Oost-Europese landen ook toestemming gegeven om de verkoop van tarwe, maïs, koolzaad en zonnebloemzaad uit Oekraïne tijdelijk te beperken op voorwaarde dat ze de doorvoer naar andere landen niet zouden verhinderen. Die maatregelen gelden nog tot 15 september waarna ze geleidelijk aan zullen uitdoven.
10 miljoen euro voor Nederland
Voor de overige 22 lidstaten heeft de Commissie dus 330 miljoen euro klaarliggen omwille van de moeilijke marktomstandigheden, de hoge inputkosten (meststoffen) en dalende prijzen voor hun producten. Voor de Nederlandse boeren zou het gaan om een bedrag rond de 10 miljoen euro, aldus een EU-woordvoerder.
Hij wees er nog op dat de prijzen van landbouwproducten aan het dalen zijn, waardoor liquiditeitsproblemen worden veroorzaakt. Indien de lidstaten het steunpakket goedkeuren, zou de steun in december uitbetaald worden.
Om de boeren verder te helpen wil de Commissie ook meer vooruitbetalingen uit de landbouwbegroting toestaan. Ze stelt tenslotte voor dat tegen midden oktober al tot 70 procent van de directe inkomenssteun en 85 procent van de fondsen voor plattelandsontwikkeling aan de boeren worden uitgekeerd.
Tekst: Jan Schils
Beeld: Ellen Meinen