Column: Iedere week grasgroei meten

Bovenstaande tekst had zo in een roman kunnen staan. De waarheid is helaas wat minder romantisch. Deze persoon, “De Weideman”, is hard nodig om de hedendaagse kennis van ons grasland, maar vooral ons graslandbeheer, naar een hoger niveau te tillen. Ga maar na: Weet een veehouder nog wat het benodigde grasaanbod per m² is om koeien in te scharen? De hoeveelheid grasgroei per dag? Het natuurlijke graasgedrag van een koe? Ik moet u bekennen, ik wist het ook niet en dat geldt voor veel veehouders.
Duim zuigen
Vreemd, berekeningen wijzen namelijk uit dat de netto omzetting van gras in melk (en dat wordt tenslotte uitbetaald!) hoger ligt bij weidegang dan bij summerfeeding. Daarbij, veehouders weten vaak wel precies te vertellen wat hun kostprijs is, de afstamming van hun koeien of de melkproduktie van hun koeien. Gek is het dan, dat als we praten over weidegang, we op onze duim zuigen, nog eens naar de wei kijken en dan gokken hoeveel bijvoer er voor het voerhek gedraaid moet worden.
Noodzaak
Hoe komt het toch, dat als we praten over graslandbeheer, we alles over laten aan ons gevoel? Simpel, de noodzaak was er niet. De kunstmest was relatief goedkoop, mest voldoende. Voer was dus geen probleem. Zelfs als je er geen verstand van had en je deed maar wat, dan nog kon je veel voer van je land af halen. Hoe anders is het nu. De bedrijven zijn gegroeid, de intensiteit is hoger geworden. Het is dus bittere noodzaak om meer en goed voer van je eigen grond af te halen. Alleen is die kennis niet voorhanden door het ontbreken van keiharde cijfers. Er zijn maar weinig veehouders die in de winterperiode kunnen analyseren hoe de weideperiode was aan de hand van getallen.
Iedere week
Hoe moet het dan wel? Begin eens met het maken van een rondje over de velden, een “Farm Walk”, zou “De Weideman” zeggen. Bekijk eens hoe het grasland erbij ligt begin van het jaar. Maak op basis daarvan een beweidingsplan en een bemestingsplan. Overleg dit ook met externe specialisten. Zo ligt er een basis voor het komende seizoen. Maar dan begint het echte werk. Maak zo gauw de temperatuur aangenaam wordt elke week of elke twee weken weer een rondje over de velden en meet dan ook de hoeveelheid gras die er daadwerkelijk staat. Noteer dit en bewaar dit. Zo kun je gedurende het seizoen bijsturen waar nodig is. In de winter kun je het dan goed analyseren omdat je gegevens hebt. Het volgende seizoen kan voorbereid worden. Meten = Weten blijkt maar weer.
Tekst: Rob Huinink