Column: Toverwoord rendement!

Veel voerfabrikant hebben er software voor laten ontwikkelen om dit getal goed en betrouwbaar weer te kunnen geven. Logisch ook, uit de pluimveehouderij en de varkenshouderij blijkt namelijk al heel lang dat een goede voerefficiëntie veel geld kan opleveren.
Maar er moet meer gebeuren. Efficiënt omgaan met het (ruw)voer terwijl we de koeien binnen 3 lactaties een enkeltje slachthuis geven, schiet natuurlijk niet op. Al jaren wordt er geconstateerd dat het vervangingspercentage op melkveebedrijven niet onder de 40 procent komt. Van de 10 koeien gaan er per jaar dus 4 naar de slacht. Dit terwijl een normale koe met een beetje goede zorg het wel 6 lactaties moet kunnen volhouden; dus een vervangingspercentage van 20%, de helft van nu! Dat zou een veehouder toch moeten aanspreken. Maar wat houdt hem anno 2012 dan tegen om dit te realiseren? Nou, bijvoorbeeld het jaar 2015. Het quotum gaat eraf. Eindelijk kan hij als veehouder vrij groeien, zonder dat stomme quotum te moeten kopen. Dan al die mooie nieuwe machines. Het is natuurlijk maar wat mooi als er op het erf regelmatig een nieuwe machine is te bewonderen. Goed voor het aanzien ook. Je hebt er echter niets aan wanneer je je koeien behandelt alsof ze afval zijn.
Het roer moet dus om. Het wordt tijd om slimmer te gaan boeren. Niet groeien in omvang moet de boventoon voeren, maar groeien in rendement. Bij de veestapel houdt dat in dat de jongveeopfok weer hoog op de agenda moet komen te staan. Jongveeopfok moet niet meer de sluitpost zijn in de ochtend- en avondwerkzaamheden, maar verdient tijd en energie. Bij de koeien moet de focus komen te liggen op het preventief handelen. Waar ben ik als veehouder nu aan het dweilen en gebeurt dat ook nog eens met de kraan open? Stel een actieplan op wat er voor zorgt dat u zich gaat focussen. Hebt u focus, dan bent u in staat om naast een goede voerefficiëntie ook nog eens een goed rendement te draaien. En kunt u over een jaar zeggen dat u écht grote stappen hebt gemaakt. Als dat geen rendement is!
Tekst: Rob Huinink