Column: Gedragsverandering droogzetten
De term dierdagdosering is sindsdien ook een bekend begrip geworden. Met dit beleid probeert de overheid het preventieve handelen te stimuleren en het curatieve terug te dringen. Voor de melkveehouderij betekent dit onder andere dat middelen als Excenel en Cobactan niet meer vrij zijn toegestaan. Toch tellen deze middelen op een gezond melkveebedrijf echter nauwelijks mee. De middelen welke het meest gebruikt worden zijn de droogzetters. Met andere woorden, de Nederlandse melkveehouderij kan een grote slag maken met het terugdringen van het antibioticagebruik als het geen droogzetters meer zou gebruiken.
Verzekeringspremie
Echter in de melkveehouderij wordt dit gezien als een soort van verzekeringspremie. Doordat ik mijn koeien bescherm met antibiotica in de droogstand vergroot ik de kans op een gezonde koe in een volgende lactatie. Op zich is dit een zeer legitieme reden, echter in het kader van resistentie die de mens kan oplopen van dit soort gebruik van geneesmiddelen, is het goed om dit eens tegen een ander daglicht te houden. In de praktijk lopen er nu twee proeven (bij de GD en het praktijknetwerk Why Dry) waarbij melkveehouders aan de slag gaan met de vraag kan ik mijn koeien zonder droogzetters de droogstand in laten gaan, of is het zelfs mogelijk om de koeien door te melken zonder dat dit ten kostte gaat van het resultaat? De resultaten zijn nog niet officieel bekend maar er klinken al wel positieve geluiden door.
Denkpatroon
Wat in deze netwerken onder andere centraal staat is veranderen in denken van de veehouders. Het moet goed duidelijk zijn wat er in het management van de melkveehouderij moet veranderen om het op ieder bedrijf goed te kunnen toepassen. Toch hoeven we op deze uitkomsten niet te wachten. Elke veehouder kan nu al op z’n eigen bedrijf beginnen met het in kaart brengen van de randvoorwaarden. Het is voor elke veehouder namelijk een gemiste kans, als hij het niet in kaart brengt. Hij wil er dan namelijk niet over nadenken en blijft liever bij het bekende.
Rob Huinink, Lichtenvoorde
Tekst: Rob Huinink