Column: Grootschaligheidswaanzin
Big is beautifull. Want hoe groter een bedrijf, hoe lager de kosten per kilo eindproduct. In Nederland maakt de boer z’n winst aan de kostenkant, want met de inkomsten valt niets verdienen. Dus groeien boerenbedrijven tot buiten de grenzen van het maatschappelijk acceptabele.
In andere delen van de wereld werkt het andersom. In Kenia bijvoorbeeld, heerst de schaalverkleining. Boeren bezitten een stukje grond met enkele koeien, varkens en wat pluimvee. Een bezit dat overgaat naar de volgende generatie door het op te splitsen en te verdelen onder de kinderen. Kenia is groot in melk. Toch telt 80 procent van de melkveebedrijven minder dan tien koeien.
Wie nu vreest dat Kenia hierdoor een rampzalige situatie kent, kan ik geruststellen. De kleinschaligheid wordt juist geprezen. Ook de overheid ziet kleine bedrijven als garantie voor de voedselzekerheid en de werkgelegenheid op het platteland.
Natuurlijk heeft die kleinschaligheid ook z’n keerzijde. Het kennisniveau is erbarmelijk. Opvattingen over veehouderij stammen vaak uit een nomadisch verleden: is er geen groen gras, dan is er dus geen melk.
Met basale kennis over hygiëne, fokkerij en vooral voerproductie, is hier dus een wereld te winnen. De eerste die hier op inspelen zijn de NGO’s. U weet wel: die ontwikkelingsorganisaties die er flink van langs krijgen tijdens de Nederlandse bezuinigingsdrift. Zij brengen kennis bij de boeren, richten coöperaties op voor de aankoop en verbetering van veevoer, voor het verzamelen van melk en zelfs voor het verwerken en vermarkten.
Zo ontwikkelt de sector zich, zodat ook Nederlandse toeleveranciers het oost-Afrikaanse melkland ontdekken. Het Nederlandse bedrijfsleven profiteert dus indirect van het zo vermaledijde ontwikkelingsgeld. En dat is prima. Want handel is duurzamer dan ontwikkelingsgeld.
Tot het Nederlandse denken over vooruitgang en ontwikkeling ook hier de overhand krijgt. De Keniaanse kostprijs voor melk bedraagt amper de helft van de inkomstprijs, dus meer koeien betekent meer winst. Als Nederlandse bedrijven hier hun grootschaligheidswaanzin weten te pluggen, zoals elders in de wereld, komt niet alleen de maatschappelijke acceptatie onder vuur, maar ook de voedselzekerheid.
Maar ik vrees dat een grootschaligheidswaanzinnige weinig opheeft met voedselzekerheid.
Tekst: Marc van der Sterren