
‘Teeltrisico’s uitsluiten is het belangrijkst’

Bij de maisrassenkeuze kijken veel telers eerst naar VEM en opbrengst op de Aanbevelende Rassenlijst. Landbouwkundige eigenschappen zijn echter net zo belangrijk, om teeltrisico’s uit te sluiten en een goede VEM-opbrengst te realiseren, stelt rassenonderzoeker Jos Groten.
"Maak allereerst een keuze voor de vroegheidsgroep die past bij de lengte van het effectieve groeiseizoen. Als je op een nat perceel een laat ras zaait, is de kans groot dat die te laat of helemaal niet rijp wordt.
In zo’n geval kan het ras nooit zijn voederwaardepotentie waarmaken. In jaren met een koud voorjaar of slecht najaar is dit risico extra groot.”
Bodemkwaliteit vraagt vroegere rassen
“Ook voor groenbemesters en vruchtwisseling met gras bieden vroege maisrassen veel meer kansen. Deze nateelt zal beter slagen wanneer de mais vroeg in het najaar gehakseld kan worden. Op de meeste percelen moet je denken aan zeer vroege – vroege rassen, in Noord-Nederland aan ultravroege.
Bekijk de aanbevolen maisrassen voor 2018 >>
Tekst: LG