
'Onder de 1.000 VEM niet tevreden'

Frank Pulskens’ strategie in de ruwvoerteelt is helder. “Het ruwvoer moet zo veel mogelijk VEM per kg droge stof bevatten. Met ons maïsaandeel van 60% hebben we ruim voldoende zetmeel. De winst in VEM moet daarom uit de celwandverteerbaarheid komen. Zo kom ik steevast op LG maisrassen uit.”
Aankoopmais
De eigen 8,6 hectare maïs vult Pulskens jaarlijks aan met de nodige aankoopmaïs om zijn 125 melkkoeien te voorzien. Ook hier is hij gefocust op de voederwaarde. “Met mijn eigen maïs zit ik al jaren boven de 1.000 VEM per kg droge stof, vorig jaar zelfs op 1.037. Aangekochte maïs met amper 950 VEM valt dan tegen. Ik probeer daarom alleen LG-maïs aan te kopen, maar helaas lukt dat niet altijd.”
Zorgvuldige teelt
Na een weloverwogen rassenkeuze is een zorgvuldige teelt nodig om de voederwaardecijfers waar te maken. “We nemen regelmatig grondmonsters en zorgen dat de pH op orde is. De 35 m³ drijfmest is aangevuld met rijenbemesting en een bladbemesting in de zomer. De afrijping houden we goed in de gaten om te hakselen rond 38% droge stof.”
Rassenkeuze
De rassenkeuze baseert Pulskens op zijn ervaringen, rassenlijstcijfers en advies. “We zaaien al bijna 10 jaar op rij LG-rassen, de afgelopen 2 jaar LG 31.235. De rassen maken het elke keer waar qua voederwaarde én opbrengst, afgelopen jaar 21 ton droge stof per hectare. Want de kuil moet natuurlijk wel vol komen.”
Tekst: LG