Stikstofexcretie Koeien & Kansen-bedrijven daalde 3 procent afgelopen jaar

Door gebruik te maken van de Bedrijfsspecifieke excretienormen (BEX) en KringloopWijzer bespaarden de melkveebedrijven ruim 300 ton mestafvoer per bedrijf.

In 2022 waren er twaalf bedrijven die via de BEX-benadering een lagere stikstofexcretie realiseerden. Een bedrijf haalde een 15 procent lagere excretie. Dit bedrijf met Jerseykoeien haalde met een gemiddeld RE-gehalte van 152 gram per kilo droge stof in het rantsoen een stikstofefficiëntie van 28,3 procent. Dit wordt gehaald met hoge VEM-gehalten van graskuil, maïs en natte bijproducten. Het gemiddelde van de Koeien & Kansen-bedrijven bedroeg 27,1 procent.

Op drie bedrijven is de stikstofexcretie met BEX hoger dan forfaitaire. Op een biologisch bedrijf met 19 procent. Dit bedrijf voert veel vers gras, weinig graskuil en krachtvoer en geen maïs. Omdat het bedrijf geen mestoverschot heeft is het verlagen van de excretie geen doel. Biologische bedrijven konden in 2022 nog niet meedoen aan de BEX. Voor hen golden nog vaste excretienormen. Vanaf dit jaar kunnen biologische melkveebedrijven wel meedoen met BEX of kiezen voor excretienormen die aan de melkproductie of ureumgehalte gekoppeld zijn.

Melkproductie bleef gelijk

De BEX-stikstofexcretie per 1.000 kilo melk daalde de afgelopen jaren gestaag. In 2019 bedroeg deze nog 15,6. Een jaar later zaak deze naar 15,4 en in 2021 naar 14,9. Ten opzichte van 2021 veranderde de gemiddelde melkproductie per koe nauwelijks van 8.953 kg melk per koe in 2021 naar 8.990 vorig jaar.

De bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie van de zestien melkveebedrijven lag afgelopen jaar 20 procent lager dan de forfaitaire norm. Een bedrijf produceerde op basis van de BEX zelf 31 procent minder fosfaat dan forfaitair. Het fosforgehalte van dit bedrijf is met 1,4 gram P per kilo droge stof opvallend laag. Daarnaast voert het bedrijf ruim 25 procent meer maïs dan de overige melkveebedrijven.