
In 7 stappen het optimale maisras kiezen

1. Groeiseizoen
Kijk naar het effectieve groeiseizoen. In Noord-Nederland is dat korter dan in het Zuiden. Ook op een koud en nat perceel is het aantal groeidagen beperkt. Kies dan uit de zeer vroege of ultra-vroege groep.
2. Groenbemester nodig?
Is het organische stofgehalte laag of de ziektedruk hoog? Pas dan wisselteelt toe of zorg voor een geslaagde groenbemester. Met een ras uit de vroegste groepen is in het najaar meer tijd voor het laten slagen van de nateelt.
3. Onkruid en grondbedekking
Bij een hoge onkruiddruk heeft een ras met een snelle grondbedekking de voorkeur. Het onkruid krijgt dan minder kans zich te ontwikkelen.
4. Stevigheid
Op een windgevoelige plek is de stevigheid van het ras belangrijk; zeker op zware of natte grond waar maïs oppervlakkiger wortelt. De rassenlijst vermeldt nu ook zomerlegering en green snap (afbreken van stengels).
5. Kans op schimmelinfecties
Waren er op het perceel eerder problemen met schimmels, zoals stengelrot, bladvlekkenziekte of builenbrand? Let dan op de resistentiecijfers van de rassen.
6. Opbrengst en voederwaarde
Het belangrijkste rascriterium is vervolgens de kVEM-opbrengst per hectare. Dit bepaalt binnen de juiste vroegheidsgroep het rendement per hectare. kVEM per hectare is de som van de droge stofopbrengst en de VEM per kg ds.
7. Celwandverteerbaarheid
Een hoge celwandverteerbaarheid loont altijd. Het is deze eigenschap die de voederwaarde van maïs verder heeft doen laten stijgen en de VEM-verschillen tussen rassen grotendeels verklaart.
Ook een slimme rassenkeuze in 2017?
• Meld je aan voor de ruwvoernieuwsbrief;
• Bekijk het LG rassenoverzicht en de nieuwe LG 31-generatie;
• Neem contact op met je LG ruwvoerspecialist
• Volg LG op Twitter en Facebook
Tekst: LG