
Overweeg eens ultravroege maïs

Ultravroege mais heeft een korter groeiseizoen nodig om oogstrijp te worden. Door veredeling wordt de opbrengst en voederwaarde van deze rassen alsmaar hoger.
De ultravroege rassen Asgaard en de nieuwe Absalon halen in het PPO rassenonderzoek ruim 20 ton droge stof met 1.011 en 1.031 VEM/kg ds. Deze rassen kunnen dus een mooie aanvulling zijn in het mais-bouwplan in geheel Nederland.
Vroege oogst, geslaagde nateelt
De oogst van deze rassen valt op de wat warmere gronden al begin september. Dit geeft na de oogst ruime mogelijkheden voor een geslaagde nateelt van gras of een groenbemester. Zeker bij continuteelt van mais is een geslaagde groenbemester een must, voor stikstofbinding en nalevering aan de mais, en voor aanvulling van organische stof. In de tabel is te zien dat elke dag later zaaien in september, 1 kg N nalevering in het voorjaar kost!
Het kortere groeiseizoen kan je ook aan de voorkant benutten: na de eerste snede gras is een geslaagde maisteelt prima mogelijk met een ultravroeg ras.
Lange termijn
Plan de ruwvoerteelt niet alleen per jaar maar kijk ook naar de wat langere termijn. Snijmais heeft een negatieve organische stofbalans van zo’n 1.000 kg. Maisrassen die laat afrijpen hebben een wat hogere opbrengstpotentie, maar na een late maisoogst komt van een groenbemester weinig terecht. De bodem raakt hierdoor uitgeput, en de mais zal zijn opbrengstpotentie niet meer waarmaken.
Meer weten over een slimme maisteelt met hoge opbrengsten? Download de nieuwe PPO Rassenlijst Ultravroege mais, of:
• Meld je aan voor de ruwvoernieuwsbrief
• Bekijk het LG rassenoverzicht
• Neem contact op met je LG ruwvoerspecialist
• Volg LG op Twitter en Facebook
Tekst: LG