Verhoogde weidepremie: wat levert het op?

Een jonge melkveehouder vindt na vijf jaar opstallen de weidemelkpremie wel aanlokkelijk. Maar weegt die verhoogde premie ook op tegen de extra kosten? In het kader van de aanpassing van de weidemelktoeslag en onze deelname aan het Convenant is het goed nog eens te kijken naar het verschil in rendement tussen summerfeeding en weidegang. In de tabel zijn beide opties doorgerekend.

Uitgangspunten

De melkprijs is vastgesteld op grond van een zesjaars gemiddelde en met een toeslag van anderhalve cent voor weidegang. Bij weidegang hebben we 250 kg melk per koe minder verondersteld. De overige veegerelateerde kengetallen zoals vervanging, sterfte, prijzen et cetera hebben we niet gewijzigd.
De voerkosten zijn bij weidegang twee procent hoger, per kg melk een halve cent meer. De opbouw van krachtvoer en ruwvoer verandert ook. Afgerond gaat de hoeveelheid krachtvoer per 100 kg melk terug van 29 naar 26 kg. Omdat de voerproductie bij weidegang (veel) lager is die loopt terug van 9.600 kVem naar 7.600 kVem is de aankoop van ruwvoer fors hoger.
Bij de veekosten dalen de gezondheidskosten en de strooiselkosten iets en stijgen de overige veekosten als gevolg van vee scheren.
De teeltkosten dalen door minder bemesten voor een lagere opbrengst.
De overige opbrengsten wijzigen niet.
Bij de niet toegerekende uitgaven zien we een forse daling van de loonwerkkosten en een daling van de mestafzetkosten (lagere melkproductie).
Het bedrag beschikbaar voor HARR stijgt aanzienlijk, ruim 2,5 cent. Als we veronderstellen dat de HARR-lasten gelijk blijven, stijgt de kasstroom ook met 2,5 cent. De belastingdruk neemt wel toe, maar voor menig bedrijf kan deze optie helpen om de negatieve liquiditeit om te buigen. De KMO verandert niet in dit geval.

Kan weiden wel?
Bij omschakelen moet de verkaveling zich er wel voor lenen. Een simpel sommetje leert het volgende. Van de 118 koeien zijn er 100 melkgevend. Bij het minimum van zes uur weidegang vreten die globaal 5 kg ds. Per dag moet dus 500 kg gras worden aangeboden. De gemiddelde groei in de maanden mei tot en met augustus is 70 kg ds. Er is dus een permanente oppervlakte voor beweiding van 7 hectare nodig. Wie weiden en maaien wil afwisselen, zou de dubbele oppervlakte nodig hebben: 14 hectare.

Grondige bezinning over weidegang
De moderne jonge ondernemer met een zwaar gefinancierd bedrijf vraagt zich terecht af of het gemak en de beheersbaarheid van opstallen nog opwegen tegen het financieel voordeel van weidegang. Dat toont het voorbeeld wel aan. Het is op zijn minst aanleiding tot een grondige bezinning. Het eerste punt is de verkaveling. Kan weidegang worden toegepast, conform de regels, zes uur per dag en minstens vier maanden? Als dat niet zo is: helaas, maar de KMO is gelukkig niet hoger. Kan weidegang wel, of is het eenvoudig te realiseren door vergroting van de huiskavel, dan is het de vraag of je het als ondernemer ook wilt. Weiden moet je leren. Met de hoeveelheid bijvoeding de verschillen in grasopname zo goed mogelijk compenseren, is de kern van het operationele management. Die vakkennis op het gebied van weidegang is verkrijgbaar via www.weidegangadvies.nl.

De adviseurs van Alfa bespreken graag de wijze van koeien houden met u om u een inzicht te geven in het rendement voor uw bedrijf. Heeft u vragen, neem dan contact op met uw Alfa-adviseur. Met 30 vestigingen is Alfa overal dichtbij. Alfa is kennispartner van Melkvee.nl, het online platform voor melkveehouders. Wekelijks presenteren wij u het laatste nieuws op onze partnersite. Ook heeft Alfa, samen met Melkvee.nl, de Marge-Monitor Melkveehouderij ontwikkeld. Deze geeft in een oogopslag weer hoe de Nederlandse melkveesector er voor staat. Wilt u een gratis indicatie van de financiële positie van uw bedrijf? Ga naar www.melkvee.nl/kennispartner/alfa/