Het succes van de 2e snede
Voeder- en structuurwaarde
In de praktijk bevat de 1e snede over het algemeen een hoge voederwaarde en minder structuur. Dit komt onder andere doordat het gras nog niet is doorgeschoten. Door later en zwaarder te maaien komt er wat meer balans tussen verteerbaarheid en structuur.
De tweede snede bevat vaak gras dat doorschiet. Dit geeft meer structuur maar ook een lagere verteerbaarheid en voederwaarde. In de praktijk worden vaak lasagnekuilen gemaakt van de 1e en 2e snede zodat er een goede combinatie tussen structuur en voederwaarde.
Enorme rasverschillen in opbrengst 2e snede
Een goede 2e snede heeft de beste balans tussen voederwaarde en structuur. In de rassenlijstbeproeving van Engels raaigras worden alle snedes gewogen. De hoogste score voor ‘’Opbrengst 2e snede’’ heeft het ras Kaiman (110). Dit is 20% meer dan het ras dat het laagst scoort in dezelfde groep.
Met een hoge ‘’jaaropbrengst voor weiden’’ (102) en voor ‘’-maaien’’ (102) en een 8,0 voor kroonroest past Kaiman in mengsels voor weiden én voor maaien.
Diploïd Engels met hoog suiker?
Wanneer u gebruik maakt van beweiding is het belangrijk dat het gras smakelijk is voor het vee. Gras met hoog suiker wordt door melkkoeien als smakelijk ervaren. Traditioneel bevat tetraploïd gras meer suiker dan diploïd raaigras. Maar door veredeling zijn er ook diploïde rassen Engels raaigras beschikbaar met een hoger suikergehalte én een betere celwandverteerbaarheid. Dit zijn rassen als Kaiman en Rossera en deze rassen worden bij DSV onderscheiden met het MilkIndex logo. U vindt deze rassen onder andere in COUNTRY MilkMore 16. Lees hier meer over de COUNTRY weidemengsels.
Tekst: DSV Zaden
Beeld: DSV Zaden