Een kwart van de melkveehouders zaaide een vroeger maïsras

Op de vraag ‘Ga jij een vroeger maïsras zaaien’ geeft bijna de helft van de boeren (46 procent) aan dat ze het eerder gekozen maïsras hebben aangehouden. Voor bijna een op de drie melkveehouders (29 procent) was het kiezen voor een vroeger maïsras niet nodig. Ze konden op tijd hun maïs zaaien.

Het voorjaar verliep aanvankelijk nat en koud. Veel melkveehouders konden daardoor nauwelijks het land op om de maïspercelen te bemesten en zaaiklaar te maken. Het zaaien van de maïs verliep daardoor behoorlijk vertraging op.

Minder opbrengst

Tot begin juni is het nog niet nodig om over te schakelen naar zeer-vroeg of een ultra-vroeg mais, stellen specialisten. Te vroeg overschakelen naar zeer-vroege of ultra-vroege maïsrassen kan opbrengst kosten ten opzichte van een vroege of midden-vroege rassen.

In de laatste week van mei is het nog mogelijk om vroege rassen te zaaien. Pas wanneer in de twee week van juni er nog maïs gezaaid moet worden luidt het advies om over te schakelen op ultra-vroege rassen wanneer het zaaizaad hiervoor beschikbaar is.