Tweede snede: kijk goed of schudden nodig is
„Probeer zoveel mogelijk een vierwekelijks ritme voor het maaien aan te houden. Wanneer het gras minimaal 2,5 ton droge stof heeft kan het worden gemaaid”, stelt adviseur rundveehouderij Joep van Rijt van Vitelia.
„Kijk ook goed naar het schietmoment van het gras voor het vaststellen van het optimale maaimoment”, vertelt rundveespecialist Jasper Grootens van Booijink Veevoeders. „Grasmengsel bestaan uit grassen die op verschillende momenten rond eind mei en begin juni zaad vormen. Voor een goede maaisnede is het beste dat niet alle grassen al schieters hebben gevormd.”
Grootens adviseert melkveehouders het maaien zo in te delen dat ze rond de langste dag, 21 juni, de derde snede hebben gemaaid. „Daarna krijgt het gras al snel last van warmte en droogte en wordt de opbrengst en kwaliteit minder.”
Broeigevoelig
Door voldoende vocht en niet al te warm weer is de kwaliteit van de tweede snede vergelijkbaar met die van de eerste. Het gras heeft volop kunnen groeien en bevat veel suiker en een iets lager eiwitgehalte.
Om de hergroei niet te veel te vertragen doen melkveehouders er verstandig aan om het gras niet korter van 6 centimeter te maaien. „Kijk ook goed of schudden van het gras wel nodig is”, vertelt Van Rijt. „Gras op stam heeft al snel 18 procent droge stof. Zeker met het stabiele en droog weer dat wordt voorspelt, is schudden, zeker bij een wat lagere opbrengst, niet altijd nodig.”
„Door een schrale droge wind uit het noorden kun je schudden soms beter achterwege laten”, zegt ook Grootens. „Zorg ervoor dat gras ongeveer 45 procent droge stof bevat. Bij een droge kuil bevat het gras iets meer bestendig eiwit.”
Maar kijk uit voor broei. „De combinatie van suikerrijk en droog gras maakt de kuil broeigevoelig”, weet Van Rijt. „De komende week wordt stabiel weer voorspelt. „Dit maakt het mogelijk om veilig een goede tweede snede van het land te halen.”
In lagen kuilen
Voor een constante voerkwaliteit is het ook belangrijk dat de tweede snede op de kuil gelijkmatig over de eerste snede wordt verdeeld. „Werk zoveel mogelijk in lagen op de kuil”, adviseert Grootens. „Je dan met het bepalen van de kwaliteit en bij het voeren een constante samenstelling van het gras in de kuil.”