Kwaliteitsgroei grasland, visie van Duitse specialist
Grasland optimaliseren = efficiëntie verbeteren
Ook in Duitsland heeft men een ‘’meststoffenwet’’ die met name het stikstof overschot op melkveebedrijven moet begrenzen. Dit lukt alleen door consequent de vooruitgang in de productietechniek en de veredeling te benutten. Voederverlies moet voorkomen worden van het veld tot aan de bek van de koe. Het rantsoen moet worden geoptimaliseerd.
Advisering verbetert het resultaat
Gerichte advisering rondom grasland helpt om het beste resultaat te halen. Verborgen reserves kunnen worden aangeboord waarmee de graslandproductie kan verbeteren en de nutriënten beter worden benut. De aanvoer van bedrijfsvreemde voedermiddelen kan worden afgebouwd.
Investeringen in grasland zijn rendabel
Regionaal Duits onderzoek toont een duidelijk aan verband tussen graslandopbrengst en productiekosten. De bedrijven met de hoogste ruwvoerproductie hebben de laagste kosten per kg voer.
Een aandeel van 70-80% goede grassen is nodig voor een goede productie van grasland. Ruwbeemd heeft een opbrengstpotentieel dat op 50% van Engels raaigras ligt. Bij 20% ruwbeemd gaat er al 1 ton drogestof per ha verloren, een voederwaardeverlies van € 200 per ha.
Beweiding, topsysteem in een niche
Bij geschikte bedrijfsomstandigheden en een vakkundige melkveehouder zijn top melkopbrengsten mogelijk bij beweiding. Vaak in combinatie met lagere kosten per kg drogestof.
Niet aan verkeerde kant besparen
Investeringen in graslandonderhoud zoals regelmatige doorzaai, adequate bemesting, bekalking, bestrijding van ongedierte leiden tot betere bedrijfsresultaten.
Bij verminderde liquiditeit door een lagere melkprijs wordt vaak als eerste op graslandonderhoud bezuinigd. Ook omdat een opbrengstverlies niet direct meetbaar is. Zo loopt de opbrengstcapaciteit van het grasland terug met alle gevolgen voor het bedrijfsresultaat.
Opbrengststijging blijft belangrijkste veredelingsdoel
Veredeling van grasrassen brengt een continuverbetering van zowel opbrengst als kwaliteitseigenschappen zoals tolerantie tegen ziektes en weersinvloeden. De verschillen in opbrengst tussen rassen Engels raaigras op de Duitse rassenlijst zijn fors. De opbrengsttoppers produceren 1000 kg meer drogestof dan het gemiddelde bij dezelfde bemesting. Bij een gelijkblijvend eiwitgehalte van 15% wordt ongeveer 30 kg N/ha extra benut. Dit wijst er op dat hoogproductieve rassen ook tot een betere nutriënten-efficientie kunnen leiden.
Samengevat
Er ligt nog voldoende verbeterpotentieel bij het graslandmanagement. Juist bij een lage melkprijs is het interessant dit potentieel aan te boren, aldus Kivelitz. Probleem is dat er bij grasland weinig gemeten wordt waardoor opbrengstverschillen niet waargenomen worden.
Kivelitz vindt dat men in Duitsland het grasland meer aandacht zou moeten geven, in de praktijk, de advisering, de wetenschap en vooral in de opleiding. Alleen zo kan de meerwaarde van grasland in alle opzichten worden benut en kwalitatieve groei worden gerealiseerd.
Vertaalslag naar Nederland
Jos Deckers van DSV zaden Nederland vindt de Duitse adviezen rondom grasland ook toepasbaar zijn in Nederland. ‘’Ook hier ligt nog veel verbeterpotentieel dat juist bij een lage melkprijs benut moet worden. In Duitsland wordt graslandverjonging met doorzaai structureler toegepast dan in Nederland en het gebruik van klavers is wat meer ingeburgerd, maar in Nederland groeit ook de vraag naar grasmengsels met klaver. Dat merken we bijvoorbeeld aan de vraag naar COUNTRY MilkMore 13, een maaimengsel met klavers.’’ In de Duitse ‘’meststoffenwet’’ draait het om stikstof, terwijl in Nederland ook fosfaat een sleutelrol speelt. ‘’ In beide landen wordt het belang van een goede beworteling groter om alle nutriënten in de bodem te benutten. Met een mengsel als COUNTRY Fibre 10 met rietzwenk spelen we daar op in, aldus Deckers.
Tekst: DSV Zaden