
Baarmoederonsteking en ophouden nageboorte teken diepe weerstandsdip

Door de groei van het kalf en de ontwikkeling van het uierweefsel, veranderen de voerbehoeftes van koeien tijdens de transitiefase aanzienlijk. Hier kan het management op worden aangepast, maar daarmee kan een negatieve energiebalans rond afkalven niet worden voorkomen. Hierdoor komt de weerstand onder druk te staan.
Angelique: “Bij de start van de lactatie stijgt de energiebehoefte zo snel dat er niet genoeg energie uit het voer kan worden vrijgemaakt. Om toch genoeg glucose te kunnen aanmaken, de brandstof van de koe, gaat de koe interen op haar eigen vetreserves. Hierbij wordt genoeg glucose vrijgemaakt om lichaamsprocessen in gang te houden, maar worden ook ketonen vrijgemaakt. Ketonen in hoge concentratie hebben een negatieve invloed op de cellen van het afweersysteem dat daardoor zijn werk niet goed meer kan doen. Ziektekiemen krijgen dan meer kans zich door het lichaam te verspreiden en infecties te veroorzaken.”
De weerstandsdip rond afkalven is ook het gevolg van hormonen die de koe aanmaakt tijdens de dracht en het afkalven. “Progesteron bijvoorbeeld stimuleert de groei van het kalf en zorgt er tegelijk voor dat het immuunsysteem wordt onderdrukt zodat de foetus niet wordt afgestoten. Aanwezigheid van dit hormoon maakt vooral de baarmoeder gevoeliger voor infecties. Bij een moeilijke geboorte of opgehouden nageboorte, ontstaat dan snel een infectie.”
Relatie weerstand en vruchtbaarheid
Baarmoederontstekingen kunnen grote gevolgen hebben voor de vruchtbaarheid van melkkoeien. Angelique: “Een grote studie met 5719 koeien toonde aan dat de bevruchting na eerste inseminatie slaagde bij 39,4% van de koeien met baarmoederontsteking in de eerste 56 dagen na afkalven. Bij koeien zonder transitieziektes was het slagingspercentage met 51,4% aanzienlijke hoger.”
Ook opgehouden nageboortes ontstaan als gevolg van een verminderde weerstand.
“De verminderde immuunfunctie zorgt ervoor dat het loslaten van de nageboorte niet goed verloopt. Hierdoor komt deze niet goed los en hangt uit de baarmoeder, maar wordt vaak ook weer een stukje naar binnen getrokken. Daarmee kunnen bacteriën meekomen, wat vaak zorgt voor inwendige infecties. Van 10 dieren met opgehouden nageboortes worden er gemiddeld twee tot drie ernstig ziek in de tweede week na afkalven.”
Angelique geeft zeven tips om baarmoederontsteking te voorkomen:
Tip 1: zorg voor een goede hygiëne bij afkalven.
Zorg bijvoorbeeld voor een schone afkalfemmer, met daarin alle benodigde spullen voor het afkalven: ontsmettingsmiddel, glijmiddel, handschoenen en schone touwtjes..
Tip 2: zorg voor een afgestemd rantsoen.
Vette koeien (conditiescore ≥3,5) of te magere koeien (conditiescore ≤2) hebben vaak te maken met een diepe negatieve energiebalans tijdens de transitiefase, waardoor de weerstand van de koe verder verslechtert. Zorg daarom voor een smakelijk, vers droogstandsrantsoen dat 24 uur beschikbaar is. Stem het rantsoen af op de behoeften aan energie en eiwit van de koe en zorg dat het voldoende structuur bevat. De pensvulling bij de droge koeien moet op een schaal van 1 tot 5 minstens 4 of meer bedragen. Dit duidt op een voldoende droge-stof opname. Controleer ook steeds of er minstens 5% restvoer is voor een volgende voerbeurt.
Tip 3: zorg voor een goede mix van vitaminen en mineralen.
Mineralen en vitaminen spelen een rol in verschillende processen in het lichaam: vitamine E, selenium en calcium zijn belangrijk voor het afweersysteem en vitamine D en magnesium spelen juist weer een rol in de calciumhuishouding. Tips:
- Het rantsoen in de far-off periode mag niet te rijk zijn aan fosfor en kalium. Extra magnesium toevoegen is aan te raden zodat de mechanismen die ervoor zorgen dat calcium uit de botten beschikbaar wordt gemaakt, niet worden verstoord.
- Let extra op rantsoensamenstelling wanneer er veel kuilgras in het droogstandsrantsoen zit. Dit ruwvoer bevat vaak veel kalium door de bemesting met drijfmest. Te veel kalium verstoort de opname van calcium in de darm en de vrijstelling van calcium uit de botten, waardoor melkziekte in de hand wordt gewerkt.
Tip 4: ondersteun hoogrisicodieren voor ketose
De weerstandsdip wordt verergerd door een te sterke negatieve energiebalans. Deze komt met name voor bij hoogrisicodieren: oudere vaarzen, koeien met een hoge pariteit of koeien die een slechte opstart hadden bij de vorige lactatie. Een preventieve behandeling met een Kexxtone bolus, die de pensbacteriën stimuleert om de juiste brandstof te leveren voor de aanmaak van energie, kan deze dieren ondersteunen en ketose voorkomen.
Tip 5: voorkom stress
Stress heeft een negatief effect op het immuunsysteem (door het hormoon cortisol) en kan baarmoederonsteking en andere transitieziektes in de hand werken. Meer koecomfort betekent een afname van stress. Voldoende ruimte aan het voerhek (75 cm/koe) en een goede toegang tot voldoende drinkbakken (10 cm waterlengte/koe en 2 of meer waterbakken) zorgen voor minder rangorde conflicten. Zorg voor voldoende ligboxen die goed zijn afgestemd op het formaat: 1,3 m breed en 1,8 m lang en met voldoende manoeuvreerruimte voor de kop: 75 cm
Beperk de verplaatsingen tussen groepen zoveel als mogelijk, en doe dit maximaal 1x per week om onrust en stress te beperken. Bij het afkalven is het belangrijk de koe in een rustige afkalfstal te plaatsen, liefst ruim op tijd en in een groep met de andere koeien die gaan afkalven.
Tip 6: ga uit van uw eigen situatie
Elke uitgangssituatie is anders en niet elk bedrijf heeft dezelfde mogelijkheden. Noteer nauwgezet alle ziektegevallen in de eerste 30 dagen na afkalven om een reëel beeld te krijgen van wat speelt op uw bedrijf. Vraag aan de dierenarts welke bedrijfsspecifieke maatregelen bij uw droge koeien genomen kunnen worden om transitieziekten te verminderen.