Omschakelen naar vroeger maïsras levert maar enkele dagen winst op
Te vroeg overschakelen naar zeer-vroege of ultra-vroege maïsrassen kan opbrengst kosten ten opzichte van een vroege of midden-vroege rassen. In de laatste week van mei is het nog mogelijk om vroege rassen te zaaien.
„Pas richting de twee week van juni adviseren we om over te schakelen naar ultra-vroege rassen”, vertelt Oevermans. Overigens is het effect van het overschakelen naar een vroeger ras maar beperkt. „Wanneer je een ultra-vroeg ras neemt in plaats van een zeer vroeg ras, levert dat drie tot vier dagen winst op wat het oogstmoment betreft.”
Omschakelen is echter niet altijd mogelijk. Het meeste zaaizaad is al uitgeleverd. Maiszaad met een coating wordt niet meer teruggenomen door leveranciers.
Minder zaden
Oevermans verwacht dat op de meeste percelen de maïs op tijd gezaaid kan worden. „In Zuid-Nederland is inmiddels 80 tot 90 procent gezaaid en in Noord-Nederland ongeveer de helft. De komende dagen wordt droog weer voorspelt. Dat betekent dat loonwerkers in korte tijd veel kunnen zaaien.
Om dat ontwikkeling van laat gezaaid maïs te bevorderen, raadt de ruwvoerspecialist aan om minder uit te zaaien. „Boeren zouden kunnen overwegen om 90.000 tot 95.000 zaden te zaaien op een hectare. Dat is ongeveer 5.000 tot 10.000 minder dan gebruikelijk. De maisplant krijgt dan meer ruimte voor het ontwikkelen van de kolven. Dat komt de voederwaarde van het gewas ten goede.”
Vanggewas
Om risico te lopen met de verplichting van vanggewassen – veel laat gezaaid maïs zal begin tot half oktober oogstrijp zijn - is verstandig om onderzaai toe te passen. „Het voordeel hiervan is dat je het kunt meenemen als eco-activiteit in kader van het GLB.”