Help in 3 stappen risicokoeien door de transitie
Tim den Toom, accountmanager bij Elanco Animal Health, adviseert dierenartsen en melkveehouders over goed transitiemanagement. Ondersteuning van risicodieren is daarbij zeker een onderdeel. Tim: “Zelfs met het beste management houd je koeien die een verhoogd risico lopen. Soms ben je ook gewoon te laat om zaken nog via het management aan te pakken. Als een koe bijvoorbeeld vet de droogstand in gaat, weet je bijna zeker dat er problemen gaan komen. Dan kun je die beter vóór zijn, door de koe een Kexxtone bolus te geven. De actieve stof wordt gradueel afgegeven en ondersteunt de energieopname van de koe gedurende 95 dagen. De koe profiteert dus niet alleen in de periode rond afkalven, maar ook tijdens het begin van de lactatie, tot aan de pieklactatie. Zo zorgt het gericht toedienen van de bolus bij risicodieren voor een succesvolle melkproductie.”
Stap 1: identificeer de risicodieren
Er zijn verschillende redenen waardoor koeien slecht door de transitiefase komen. Tim beschrijft de volgende risicogroepen:
- Vette koeien: conditiescore >3,5
Als een koe vet wordt, vervet ook de lever. Die kan daardoor niet meer genoeg energie vrijmaken uit het voer, waardoor deze koeien rond afkalven te maken krijgen met een diepe negatieve energiebalans.
- Oudere koeien: vanaf de 3e lactatie
Oudere koeien hebben door hun hogere melkgift aan het begin van de lactatie meer energie nodig dan jongere dieren. Hierdoor neemt het risico op een diepere negatieve energiebalans toe. Ook hebben oudere koeien vaak meer vet op hun lever.
- Oudere vaarzen: vanaf 27 maanden
Een van de oorzaken van een slechte opstart bij vaarzen is een hoge afkalfleeftijd van de vaars in combinatie met een te hoge conditiescore. Wanneer ze afkalft op 27 maanden of ouder is de kans op problemen in de startfase van de lactatie groter. Zorg dus dat vaarzen op tijd afkalven voor een vlotte start.
- Tweelingdracht
Hoewel de wetenschap over dit onderwerp verdeeld is, zien we in de praktijk dat ook dieren met een tweelingdracht sneller opstartproblemen hebben en slepende melkziekte ontwikkelen. De tweelingdracht brengt naast een extra kalf namelijk ook bijkomende risico’s met zich mee. De kans op problemen tijdens en rondom afkalven is groter. Doordat er twee kalveren in de baarmoeder zitten, neemt deze meer ruimte in. Hierdoor wordt de pens verder ingedrukt en wordt de voeropname sterk verminderd. Transitieproblemen als slepende melkziekte liggen dan op de loer.
- Opstartproblemen voorgaande lactatie: mastitis, lebmaagverplaatsing, etc.
Dieren die slecht opstarten omdat ze iets onder de leden hebben, produceren minder en worden minder makkelijk drachtig. Deze koeien gaan vaak te vet de volgende droogstand in, wat weer de kans op slepende melkziekte in de volgende lactatie verhoogt. Deze koeien dreigen daardoor in een negatieve spiraal terecht te komen.
- Bespreek met uw dierenarts wat het risico is op uw bedrijfStap 2: noteer het bolus- en koenummer
Als u de risicodieren heeft geïdentificeerd, is het zaak om hen op het juiste moment een bolus toe te dienen. Tim: “Dit dient 3 tot 4 weken voor afkalven te gebeuren. Noteer daarbij altijd het nummer op de bolus en het nummer van de bijbehorende koe. In uitzonderlijke gevallen komt het namelijk wel eens voor dat koeien de bolus opgeven. Als u de bolus dan vindt, weet u bij welke koe die hoorde. Als de bolus niet is beschadigd, kan die dan gewoon worden teruggeschoten.”
Stap 3: schiet de bolus op de juiste manier in
Het inschieten van de bolus is niet moeilijk, maar het moet wel op de goede manier gebeuren. Volg hierbij de instructies zoals beschreven in bovenstaande afbeelding.
Benieuwd naar de mogelijkheden voor Kexxtone gebruik op uw bedrijf? Informeer hiernaar bij uw dierenarts.