“Elke liter telt bij quotumloos melken”
Het nieuwe melken vraagt volgens Hogeveen ook om ‘nieuw denken’: “Voorheen dachten we vanuit kostenbeperking. De melkopbrengst stond vast, dus het doel van veehouders was zo min mogelijk kosten te maken om deze opbrengsten te behalen. De nieuwe situatie is complexer.”
Alles economisch gerelateerd
In de nieuwe situatie wordt volgens economisch management belangrijker. Hogeveen: “De complexiteit van de nieuwe situatie zit erin dat naast de kosten ook de opbrengsten variëren. Daardoor is alles economisch vanaf nu aan elkaar gerelateerd. Quotumvrij melken vraagt van veehouders meer ondernemerschap.”
Hogeveen legt het verder uit. “Heb je productieverlies door ziekte? Dan verdien je minder. Ga je dan extra koeien inzetten? Wat kost dat eigenlijk om een extra koe te houden? Veel veehouders weten dat niet.”
En dan is er nog de voerprijs. “Meer koeien houden, betekent wel meer melk maar ook dat je extra voer moet aankopen om aan de vraag van je veestapel te voldoen. Daardoor wordt de voerprijs naast de melkprijs een nog belangrijker economische factor voor je bedrijf.”
Kritieke melkprijs
In de nieuwe situatie is het volgens Hogeveen niet alleen belangrijk óf je iets kunt betalen, maar vooral of je de investering binnen een redelijke termijn kunt terugverdienen; de Return on Investment. De kritieke melkprijs, de melkprijs die minimaal nodig is om aan alle betalingsverplichtingen te voldoen, is hierbij volgens Hogeveen een essentieel element. “Welke investering je ook doet, je moet afwegen welk effect het heeft op de kritieke melkprijs. Risico’s lopen is niet per se erg, maar je moet wel scherp zijn op de consequenties.”
Dierziektes worden duurder
Ook dierziektes hebben volgens Hogeveen meer impact in het quotumloze bedrijfsmanagement. “Dierziektes worden relatief duurder, maar dat merk je niet meteen. Een onvermijdelijk gevolg van iedere dierziekte is productieverlies.” In de nieuwe situatie, waarin je inkomen sterk afhangt van hoeveel je produceert, drukt productieverlies zwaarder op de bedrijfsresultaten. De jaarlijkse kosten kunnen per ziekte per koe fors oplopen, zo kunnen de kosten van mastitis oplopen van €85 tijdens het quotum naar €130 in de vrije markt. De boodschap van Hogeveen is duidelijk: “Anticipeer hierop in een vroeg stadium. Neem eerder en meer preventieve maatregelen. Dit geldt zeker voor mastitis, ketose en vruchtbaarheidsziektes. Probleemloze productie en reproductie worden nog belangrijker.”
Tussenkalftijd
Een ander facet dat niet mag worden vergeten, is tussenkalftijd. Een lange tussenkalftijd betekent dat de totale productie sterk afneemt, volgens Hogeveen met wel 5%. Hogeveen: “Elke liter telt bij quotumloos melken. Met een langere droogstand produceert de koe dus minder liters. Kijk naar de gemiddelde productie per koe per dag, inclusief de droogstandsperiode.” Immers produceert de koe dan niet, maar ze staat wel op je bedrijf waardoor je kosten hebt zoals voer en arbeid.” De financiële consequentie van een lange tussenkalftijd zijn dus groot. Je produceert per koe per dag minder, waardoor je minder verdient.
Hogeveen concludeert: “Het wordt zoeken naar een nieuwe balans waarin een grotere rol is weggelegd voor ondernemerschap. Geen eenvoudige taak.”