Duits onderzoek: “Hoge BCS voor afkalven leidt zeker tot ketose”
De Duitse studie werd uitgevoerd door het Friedrich-Loeffler Instituut in Braunschweig. Voor de studie werd een groep van 18 koeien 6 weken voor afkalven opgedeeld in een controle- en een studiegroep. De controlegroep bestond uit 9 koeien met een ‘normale BCS’ van gemiddeld 2,61, die tijdens de studie stabiel werd gehouden. De 9 koeien in de studiegroep hadden een hogere gemiddelde conditiescore van 3,19, die de onderzoekers tijdens de studie hoog hielden door het voeren met een hoogenergetisch rantsoen.
Het effect van rantsoen
De combinatie van te veel energie tijdens de droogstand en verminderde voeropname na het afkalven resulteert in een negatieve energiebalans, met ketose als gevolg. Dit werd nagebootst door het toedienen van een verschillend rantsoen aan beide groepen. De controlegroep kreeg een rantsoen zoals aanbevolen: 80 % ruwvoer (75% mais en 25%gras) en 20% krachtvoer. De BCS van deze koeien bleef daardoor onder de 3. De studiegroep kreeg een hoogenergetisch rantsoen met 40% ruwvoer en 60% krachtvoer. Door het overschot aan energie bleef de BCS van de koeien in de studiegroep hoog.
Door na afkalven de energie in het rantsoen slechts langzaam op te bouwen werd vervetting van de lever gestimuleerd.
Hoge BCS belangrijke risicofactor voor ketose
In de studiegroep met hoge BCS ontwikkelden maar liefst 8 van de 9 koeien subklinische (6 koeien) of klinische (2 koeien) ketose, ten opzichte van slechts 1 op de 8 koeien in de controlegroep met lagere BCS. De 6 koeien met subklinische ketose hadden allen een BCS > 3,5 op één week voor afkalven.
Dit bevestigt eerdere studies dat vervetting van de dieren ketose in de hand werkt. Deze dieren vreten namelijk minder droge stof voor afkalven en hebben daardoor vaak een slechtere pensvulling waardoor de opname capaciteit na afkalven te laag is. Bovendien zorgt de overmatige hoeveelheid lichaamsvet in combinatie met de te lage droge-stof opname (=lage energie-opname) ervoor dat de vrijstelling van vrije vetzuren te snel en te massaal gebeurt, waardoor de lever wordt overspoeld en er schadelijke ketonlichamen worden gevormd.
Managementadvies
Om ketose te voorkomen is het dus belangrijk de energie in het rantsoen voor afkalven te beperken. Bovendien dient het rantsoen ná afkalven voldoende energie te bevatten. Zowel tijdens de droogstand als na het afkalven moet het management zo zijn ingericht dat koeien goed blijven vreten.
De afstemming van het rantsoen op de behoeften van de koe en het voorkomen van een vette lever na afkalven, is niet eenvoudig. Overleg daarom met uw voeradviseur en dierenarts over het ideale droogstandsrantsoen voor uw koppel. Uw dierenarts kan u ook adviseren over het scoren van de conditie.
Wat met koeien die bij het droogzetten al te vet zijn?
Als koeien met een te hoge BCS de droogstand in gaan, is het nemen van maatregelen via het rantsoen niet voldoende. Deze dieren kunt u het beste ondersteunen met een Kexxtone bolus. Deze bolus ondersteunt de pensbacteriën bij het produceren van brandstof voor de lever, zodat deze voldoende energie kan leveren. Hierdoor kan de koe na afkalven toch voldoende energie vrij maken voor het opstarten van de lactatie en ontwikkelen uw koeien geen ketose.
Lees meer over het scoren van de conditie bij melkvee>>
Lees hier hoe familie Jans de Kexxtone bolus succesvol toepast>>