Nieuwe Melkveewet: nu ook grondgebondenheid opgenomen
Hoe zat het ook alweer?
De Melkveewet moet ervoor zorgen dat melkveebedrijven groeien binnen bepaalde milieurandvoorwaarden. De wet dient eigenlijk als opvolger van de melkquotumregeling die eindigde op 31 maart 2015. Bedrijven die willen groeien ten opzichte van 2013, moeten volgens de Melkveewet voldoen aan criteria rondom de plaatsing van fosfaat.
Elk melkveebedrijf heeft onlangs een bedrijfseigen melkveefosfaatreferentie toegewezen gekregen op basis van het referentiejaar 2013. Deze melkveefosfaatreferentie is gebaseerd op de fosfaatproductie in 2013, verminderd met de fosfaatplaatsingsruimte op grond in 2013. Wanneer bedrijven willen groeien, telt de fosfaatplaatsingsruimte op het bedrijf van dat bepaalde jaar vermeerderd met de melkveefosfaatreferentie. Is de fosfaatproductie door melkvee in dat jaar groter, dan is sprake van een melkveefosfaatoverschot en moet het bedrijf dit overschot voor 100% verwerken of extra grond aanhouden. Ook een combinatie van deze twee maatregelen is toegestaan. Deze verwerking staat los van de regionale mestverwerkingsplicht, die sinds 2014 geldt.
Wat is nieuw?
Staatssecretaris Dijksma stelt met een algemene maatregel van bestuur (AmvB) een voorwaarde aan uitbreiding zonder grond (optie 100% mestverwerking). Een eventuele uitbreiding van melkveebedrijven is nu ook deels aan grond gebonden. De mate van intensiteit bepaalt in hoeverre bedrijven extra landbouwgrond in gebruik moeten nemen en in hoeverre bedrijven gebruik kunnen maken van de optie mestverwerking:
- Bedrijven met een overschot van minder dan 20 kg fosfaat per hectare mogen bij uitbreiding alle te veel geproduceerde mest verwerken (indien er sprake is van een fosfaatoverschot).
- Bedrijven met een overschot van 20 tot en met 50 kg per hectare moeten bij uitbreiding 25% van de hoeveelheid extra geproduceerde fosfaat op extra landbouwgrond kunnen plaatsen. Het overige deel mag worden verwerkt.
- Bedrijven met een overschot van meer dan 50 kg fosfaat per hectare moeten bij uitbreiding 50% van de hoeveelheid extra geproduceerde fosfaat op extra landbouwgrond kunnen plaatsen. Het overige deel mag worden verwerkt.
De jaarlijkse gecombineerde opgave dient als basis voor de hoeveelheid grond die mag worden meegeteld voor de plaatsingsruimte. In tegenstelling tot de bepaling van de melkveefosfaatreferentie over het jaar 2013 gaat de AMvB uit van 2014 als referentiejaar voor de fosfaatproductie.
Inwerkingtreding
De AMvB treedt vanaf 1 januari 2016 in werking. Melkveehouders moeten achteraf aantonen dat zij zich aan de voorwaarden hebben gehouden. Wordt achteraf geconstateerd dat bijvoorbeeld onvoldoende fosfaat is verwerkt of dat onvoldoende plaatsingsruimte voor fosfaat (grond) is aangehouden? Dan wordt deze overschrijding beboet met 11 euro per kg fosfaat. Voor het jaar 2015 geldt dus de basis van de Melkveewet. Een eventuele uitbreiding in 2015 zal echter ook in 2016 moeten worden verantwoord met uitbreiding in de vorm van landbouwgrond.
Weidegang
Ook spreekt de staatsecretaris over behoud en versterking van weidegang in de Kamerbrief bij de AMvB. Het is haar ambitie om het percentage weidende koeien te verhogen van 70% (2013) naar 80% in 2020. Dit vraagt inspanning van alle betrokkenen en de staatssecretaris geeft daarom aan in gesprek te zullen gaan met alle partijen. De staatssecretaris wil weidegang nog verder stimuleren door dit in de Maatlat Duurzame Veehouderij verder te belonen. Verder wil ze financieel bijdragen aan eventuele begeleidingstrajecten voor melkveehouders die gaan starten met weidegang.
Alfa is kennispartner van Melkvee.nl, het online platform voor melkveehouders. Wekelijks presenteren wij u het laatste nieuws op onze partnersite. Ook heeft Alfa, samen met Melkvee.nl, de Marge-Monitor Melkveehouderij ontwikkeld. Deze geeft in een oogopslag weer hoe de Nederlandse melkveesector er voor staat. Wilt u een gratis indicatie van de financiële positie van uw bedrijf? Ga naar www.melkvee.nl/margemonitor/mijn-situatie.
Tekst: André Arfman