Slepende melkziekte: oorzaak lebmaagverplaatsing
Hoe ontstaat een lebmaagverplaatsing?
Door de geboorte van het kalf krijgen de organen plotseling meer bewegingsruimte. Als de lebmaag door opgehoopt gas lichter is dan de andere organen, kan deze door de vrijgekomen ruimte verplaatsen naar de bovenste helft van de buikholte, meestal tussen de pens en de buikwand.
Lebmaagverplaatsing brengt het dier veel schade toe en heeft een verminderde melkgift tijdens de rest van de lactatie tot gevolg.
Slepende melkziekte als onderliggende oorzaak
Het risico op lebmaagverplaatsingen is groter bij dieren met een diepere negatieve energiebalans. Dieren met slepende melkziekte lopen daarom een verhoogd risico. Deze dieren nemen minder droge stof op waardoor de pensvulling onvoldoende is. Slepende melkziekte is dan ook vaak de onderliggende oorzaak van een lebmaagverplaatsing. Goed transitiemanagement, gericht op het voorkomen van slepende melkziekte, vormt daarom ook de beste preventie tegen lebmaagverplaatsingen.
Zes praktische tips voor preventie:
Tip 1: Optimaliseer uw voermanagement
De optimale verhouding tussen energierijk krachtvoer en structuurrijk ruwvoer, verschilt in de verschillende fases van de Vital 90 Days periode. Het voeren van het juiste rantsoen op het juiste moment is van groot belang om voldoende pensvulling en energie-opname te verzekeren. Kijk hierbij niet alleen naar de samenstelling van het rantsoen maar garandeer ook dat alle droge koeien gelijktijdig en 24/24u kunnen eten van een smakelijk en vers rantsoen. Dit houdt dus in: > 75 cm vreetruimte/koe (of 4 koeien op 5 vreetplaatsen vastzetvoerhek), elke dag vers voer (dus geen restvoer van de lacterende koeien), minstens %5 restvoer wat dagelijks wordt verwijderd. Uw voerleverancier en dierenarts kunnen u adviseren over het optimale voermanagement tijdens de Vital 90 Days periode. Een goed controlepunt is de pensvulling van de droge koeien: bij alle koeien met de linkerflank goed gevuld zijn en mag je de hongergroeve niet zien.
Tip 2: Ondersteun risicodieren slepende melkziekte
Bepaalde dieren lopen meer kans op het ontwikkelen van slepende melkziekte. De risicofactoren zijn: een conditiescore van 4 of hoger, tweelingdracht, een slechte opstart in de vorige lactatie en een hoge afkalfleeftijd van de koe (≥3e lactatie) of vaars (≥27 maanden). Uw dierenarts kan helpen deze dieren te herkennen en te behandelen. Een diergeneesmiddel zoals de Kexxtone bolus kan slepende melkziekte en de gevolgen hiervan bij deze koeien voorkomen, waarmee u ook het risico op lebmaagverplaatsing verkleint.
Tip 3: Vermijd stress tijdens de droogstand
Het vermijden van stress tijdens de droogstand is belangrijk voor het behouden van een goede eetlust van de koe. Dit kan onder andere door goede huisvesting met voldoende ruime ligboxen (idealiter 1,3 m breed en 1,8 m lang) weinig grote wisselingen in groepssamenstelling en voldoende ruimte (ook aan het voerhek).
Tip 4: Vermijd stress rondom het afkalven
Zorg voor een goed onderhouden strohok en indien dieren naar een afkalfhok worden verplaatst, wordt geadviseerd dit slechts vlak vóór (<1 dag) of zelfs tijdens het kalven te doen. Ook is het belangrijk dat er mogelijkheid blijft tot contact met andere koeien. Stress zal de droge-stof opname onderdrukken waardoor pensvulling en energie-opname onder druk komen te staan.
Tip 6: Geef vaarzen extra aandacht
De eerste kennismaking met de nieuwe stal en de oudere koeien is vaak erg stressvol. Door vaarzen ruim voor het afkalven te laten wennen aan de droogstandsgroep (5-6 weken vóór afkalven) beperk je de stress tijdens de laatste weken. Op grote bedrijven is zelfs aan te raden om een aparte vaarzengroep te maken, zowel in de droogstand als tijdens de lactatie.
Meer weten over de tijdige herkenning van risicodieren? Lees de reeks Riscodieren van Elanco: factor 1: te vette koe, factor 2: slechte start vorige lactatie, factor 3: oudere vaarzen, factor 4: tweelingdracht, factor 5: Oudere Koeien (3de lactatie of meer)