
De 4 factoren bij pensverzuring

1. Structuurleverend vermogen
Structuur van het voederproduct geeft herkauwactiviteit en daarmee speekselproductie. Meer speeksel betekent een hoger bufferend vermogen dankzij natriumcarbonaat in het speeksel.
2. Hoeveelheid zetmeel
Zetmeel is een uitstekende energiebron voor melkvee, maar: overdaad schaadt! Zetmeel is nagenoeg 100% verteerbaar en komt ook vrij op pensniveau. In maisrijke rantsoenen geeft een hoog zetmeelgehalte in de maiskuil dus een zeer grote kans op (subklinische) pensverzuring.
3. Aanwezigheid van zuur in de kuil
In graskuilen lijkt de hoeveelheid aanwezige melkzuur flink gestegen, waardoor de kans op subklinische pensverzuring toeneemt.
4. Bewaring
Als snijmais langer ingekuild zit, neemt de bestendigheid van het zetmeel steeds verder af. Er komt dan nog meer zetmeel vrij op pensniveau, waardoor de kans op pensverzuring stijgt.
Celwanden = veilige energie
De energie die is opgeslagen in de celwanden is de meest veilige energiebron voor een melkkoe. Doordat celwanden eerst afgebroken moeten worden, komt de energie hier geleidelijk uit vrij. Dit geldt zowel voor gras(kuil) als voor snijmais. Een hoge celwandverteerbaarheid geeft dus geen verhoogde kans op pensverzuring. In tegendeel zelfs: pensbacteriën kunnen extra microbieel eiwit vormen uit deze pensenergie. In combinatie met een goede herkauwactiviteit zorgt een hoge celwandverteerbaarheid voor een betere voerefficiëntie en extra melkdrijving.
Bron: Wilfried van Straalen, Schothorst Feed Research en Mark de Beer, Limagrain
Tekst: LG