De koe in close up: probleemloos afkalven
De close up periode
Tijdens de droogstand hebben koeien minder energie nodig dan tijdens de lactatie. Dit verandert vanaf 20 dagen voor afkalven, wanneer koeien in de zogenaamde ‘close up’ periode komen. “De close up periode wordt ingeluid door een versnelde groei van het kalf in de koe, de voorbereiding op de lactatie en de hormonale veranderingen die hiermee samenhangen”, legt Den Toom uit. De close up periode is onderdeel van de 90 dagen durende transitiefase die bestaat uit verschillende periodes waarin de koe heel specifieke behoeftes heeft.
Negatieve energiebalans
Tijdens de close up periode groeit het kalf het meest, wat vraagt om extra energie. Maar de verhoogde energiebehoefte komt vooral door de opstart van de lactatie. Den Toom: “Het op gang brengen van de melkproductie kost de koe zoveel energie, dat een negatieve energiebalans onvermijdelijk is. “Dit betekent dat de koe meer energie nodig heeft dan ze via het voer kan opnemen”.
Een negatieve energiebalans rond het afkalven is niet te voorkomen. “Maar je kunt er wel voor zorgen dat koeien deze dip zo goed mogelijk kunnen opvangen”, zegt Den Toom. “Kijk daarom naar de specifieke behoeftes van de koe. Niet alleen tijdens en na het afkalven, maar juist in de periode daarvoor”.
Close up dieet
Ten eerste moet worden ingespeeld op de verhoogde energiebehoefte. “Met een koolhydraatrijk dieet kunnen koeien zelf glucose aanmaken, de belangrijkste brandstof voor de koe. Een rantsoen met een hoog zetmeelgehalte is daarom een aanrader”, stelt Den Toom. “Let er wel op dat koeien niet te energierijk voer krijgen, want dit kan leiden tot luie koeien met een verminderde pensvulling”.
Voldoende energie in combinatie met voldoende structuur, zorgt dus voor een actieve koe die blijft vreten en dus ook voor een goede pensvulling. Maar in de close up periode is ook de mineralensamenstelling van belang. “De juiste mix helpt om de mobilisatie van calcium uit de botten te ondersteunen. Om dit proces niet in de war te brengen, moet calcium pas na het afkalven worden bijgevoerd. Ook is het belangrijk de hoeveelheid kalium in het close up rantsoen te beperken, maar wel te zorgen voor voldoende magnesium”, aldus Den Toom.
Goede leverwerking
Waar mensen glucose uit het bloed op kunnen nemen, verloopt dit proces in de koe via de lever. “De lever kan je daarom zien als de motor van koe”, zegt Den Toom. Een vette lever kan zijn werk niet goed doen. “Een negatieve energiebalans opvangen door koeien vet de droogstand in te laten gaan, is daarom geen goed idee. De conditiescore van een droge koe mag niet hoger zijn dan drie à drie en half. Die score moet tijdens de droogstand zo veel mogelijk constant blijven.”
Onderdrukt immuunsysteem
Naast een negatieve energiebalans, krijgt de koe in de periode rond het afkalven ook te maken met een onderdrukt immuunsysteem. Deze weerstandsdip treedt op als gevolg van hormonale veranderingen rondom het afkalven en de start van de lactatie. Andere factoren zoals stress en een negatieve energiebalans leggen nog extra druk op de weerstand: “Als de koe energie tekort komt, moet deze aanspraak doen op de eigen vetreserves. Als snel veel energie uit de eigen reserves moet worden vrijgemaakt, komen toxische stoffen vrij die
de werking van de aangeboren immuunrespons verder negatief beïnvloeden”, legt Den Toom uit. “Om het immuunsysteem rond het afkalven te ondersteunen, is de juiste mineralen- en vitaminenvoorziening via het rantsoen van groot belang. Uw voeradviseur kan u hierover adviseren”.
Slepende melkziekte ligt op de loer
De koe levert met afkalven een topprestatie. Als deze niet wordt ondersteund met het juiste rantsoen of wanneer de lever is vervet, wordt de negatieve energiebalans te groot. “De energie die de koe uit het voer te kort komt, gaat zij dan aanvullen uit haar eigen vetreserves”, legt Den Toom uit. “Hierbij komen toxische ketonlichamen vrij, die de koe ziek maken. Deze aandoening wordt slepende melkziekte genoemd.”
Risicodieren
Slepende melkziekte ontstaat door een tekort aan energie. Koeien in verminderende conditie lopen daarom extra risico. De risicofactoren zijn: een conditiescore van 4 of hoger, tweelingdracht, een slechte opstart in de vorige lactatie en een hoge afkalfleeftijd van de koe (≥3e lactatie) of vaars (≥27 maanden). “Uw dierenarts kan helpen deze dieren te herkennen en te behandelen. Een diergeneesmiddel zoals de Kexxtone bolus kan slepende melkziekte en de gevolgen er van bij deze koeien voorkomen.”
Slepende melkziekte vraagt totaalaanpak
Slepende melkziekte kan worden voorkomen door te zorgen dat koeien de negatieve energiebalans die ontstaat bij afkalven goed kunnen opvangen. Goed voermanagement, goede monitoring en ondersteuning van risicodieren is daarbij cruciaal. Den Toom: “Probleemloos afkalven is geen gemakkelijke opgave. Ik raad daarom altijd aan een plan voor de transitiefase te maken met uw voeradviseur en dierenarts. Zo haalt u alle kennis in huis voor een goede start van de volgende lactatie”.