Optimaal rantsoen voor de vroege droogstand
Structuur en eiwit
Het rantsoen aan het begin van de droogstand is met name gericht op het behoud van een goede penswerking, waarbij moet worden voorkomen dat dieren vervetten. Voeradviseurs adviseren daarom een schraal en structuurrijk rantsoen, vertelt Harmsen: “750 – 800 VEM is een goede energiedichtheid voor het rantsoen in de vroege droogstand. Het eiwitgehalte wordt geadviseerd van 12 tot 13%”.
Pensvulling
“Misschien nog belangrijker dan de juiste energie- en eiwit gehaltes, is dat de koeien voldoende vreten”, aldus Harmsen. “Zo blijft de pens actief en wordt er gezorgd voor een goede vulling. Bovendien vreten dieren die in de vroege droogstand energiearm worden gevoerd meer in de vroege lactatie. Zorg er daarom altijd voor dat het voer goed bereikbaar is voor de koeien: alle koeien moeten tegelijkertijd kunnen eten en het voer moet vers en smakelijk zijn om een optimale opname te bevorderen”.
Voorkom vette koeien
Harmsen: “Tijdens de droogstand mogen koeien niet te veel aankomen”. Dit verhoogt de kans op leververvetting en transitieziekten als slepende melkziekte. “Ook daarom is het belangrijk in de far-off periode een energiearm dieet te voeren. Een constante conditiescore van 3 tot 3,5 is een goede richtlijn”.
Droogstandsmineralen
Een rantsoen afgestemd op de far-off periode is niet alleen schraal en structuurrijk, maar voorziet ook in de juiste mineralen. “Zonder aanvulling heeft het voer in de droogstand snel een tekort aan mineralen”, vertelt Harmsen. “Juist tijdens de laatste maanden van de dracht neemt de behoefte aan mineralen en vitaminen van de koe en het groeiende kalf toe. Doordat dan geen krachtvoer meer wordt gegeven, is aanvulling van het rantsoen met droogstandsmineralen belangrijk.”
De mineralenmix
Mineralen en vitaminen spelen een rol in verschillende processen in het lichaam: vitamine E, selenium en calcium zijn belangrijk voor het afweersysteem en vitamine D en magnesium spelen juist weer een rol in de calciumhuishouding.
Harmsen: “Tijdens de droogstand moet het rantsoen arm zijn aan calcium, om ervoor te zorgen dat mechanismen die ervoor zorgen dat calcium uit de botten beschikbaar wordt gemaakt, niet worden verstoord. Om deze mechanismen goed te laten werken, is juist weer extra magnesium nodig.”
Calciumarm en rijk aan magnesium zijn dus voorwaarden voor een goede mineralenmix tijdens de droogstand. Maar er is meer om rekening mee te houden: “Om tot de juiste samenstelling te komen, mag het rantsoen in de far-off periode niet te rijk zijn aan fosfor, kalium en calcium, legt Harmsen uit. “In de praktijk bevat ruwvoer uit een graskuil al snel te veel kalium door de bemesting met drijfmest.” Veehouders die kuilgras voeren, moeten daarom tijdens de droogstand extra letten op de rantsoensamenstelling. “Te veel kalium verstoort de opname van calcium in de darm en de vrijstelling van calcium uit de botten, waardoor melkziekte in de hand wordt gewerkt”.
Slepende melkziekte voorkomen
Slepende melkziekte is een sleutelziekte tijdens de transitiefase die ontstaat door een negatieve energiebalans en het te snel en massaal mobiliseren van de vetreserves: “Bij slepende melkziekte doen de koeien door een gebrek aan beschikbare energie op een ongezonde manier aanspraak op hun reserves. Hierbij komen ketonlichamen vrij, die een toxische werking hebben en de gezondheid van de koe negatief beïnvloeden”, legt Harmsen uit. “Dit kan deels worden voorkomen door koeien niet te laten vervetten en een structuurrijk en smakelijk rantsoen aan te bieden waardoor de koeien actief blijven en voldoende pensvulling behouden”.
“Een goed droogstandsrantsoen voorkomt stofwisselingsproblemen die leiden tot melkziekte en slepende melkziekte. Overleg daarom altijd met uw voeradviseur over het ideale rantsoen voor uw koeien tijdens de verschillende fases van de transitieperiode”, zo luidt het advies van Harmsen.