Risicofactoren melkvee: oudere vaarzen
Dit bericht is de derde in een inforeeks genaamd ‘Risicofactoren Melkvee’.
Vaarzen die problemen hebben ondervonden tijdens de opfokperiode door ziekte of verkeerde voeding zijn vaak achtergebleven in groei. Hierdoor worden ze als pink later drachtig dan op de gewenste 14-15 maanden leeftijd.
Gevolgen
Naast de toegenomen kosten voor jongvee-opfok door de hogere leeftijd bij eerste maal afkalven, hebben deze vaarzen vaak een te hoge conditie (BCS >4). Hierdoor hebben ze net als oudere koeien met een te hoge BCS een verhoogd risico op slepende melkziekte en leververvetting. Dit komt door de overtollige afbraak van lichaamsvet om aan de energievraag te voldoen. Slepende melkziekte heeft op zich ook weer gevolgen: het kan leiden tot een verminderde melkproductie en vruchtbaarheidsproblemen. Met een slechte start als vaars is het dan ook nog de vraag of ze ooit een goede melkkoe wordt.
Advies
De opfok van het jongvee is de basis voor een gezonde melkveestapel. Het gewicht bepaalt of de vaars geïnsemineerd kan worden. Op een leeftijd van 14 tot 15 maanden is het streefgewicht voor inseminatie 370-400 kg. Gezondheid en groei tijdens de opfok zijn dan ook van grote invloed op de afkalfleeftijd. Een goede opfok met de juiste voeding en huisvesting zorgt er dan ook voor dat vaarzen op tijd dragend worden en niet te laat afkalven. Zal de vaars toch te laat afkalven met een te hoge BCS? Overleg dan met de dierenarts om de vaars preventief te behandelen tegen slepende melkziekte.
Dit bericht is de derde in een inforeeks genaamd ‘Risicofactoren melkvee’. Klik hier voor factor 1: te vette koe, factor 2: slechte start vorige lactatie en factor 4: tweelingdracht