“Gesloten bedrijf geen garantie voor hoge diergezondheid”
Weidegang, een hoge dierdichtheid, veel veebewegingen, het zijn allemaal redenen waarom het lastig is om de veestapel te behoeden voor besmettelijke virusinfecties, geeft Mirjam van der Sluijs, projectleider R&D herkauwers bij MSD Animal Health aan. “In een land als Zweden of het noorden van Canada kun je zo'n risico nemen, in Nederland niet.” Een afdoende maatregel is vaccineren. “Hierdoor ontwikkelen de dieren natuurlijke immuniteit tegen een specifieke ziekteverwekker.”
Kosten wegen op tegen schade
In grote melkveelanden als Amerika hoort vaccinatie bij risicomanagement. “Het is een financiële analyse. De kosten van vaccineren wegen niet op tegen de enorme schade bij een uitbraak”, verwoordt ze de tendens. Daarbij gaat het niet alleen om (tien)duizenden euro's schade door verlies van melk, medicijnen en zieke of -erger zelfs- dode dieren, maar Van der Sluijs geeft aan dat ook problemen op de langere termijn geld kosten. “Wanneer een dracht besmet wordt, merk je dat soms pas na 9 maanden.”
Tegen welke ziekteverwekkers bedrijven zouden kunnen vaccineren noemt Van der Sluijs 'maatwerk'. “Overleg dat met de dierenarts, die kent het bedrijf en de risico's”, adviseert ze. “Ziekten als IBR en BVD kunnen heftig zijn, Pinkengriep treft vaak maar een deel van de veestapel, maar je wilt het jongvee natuurlijk wel zo gezond mogelijk opfokken. Daarbij is vaccineren een goed alternatief in de strijd om het antibioticaverbruik te verminderen.” Dat veehouders na een aantal jaren van vaccineren erover denken om ermee te stoppen, begrijpt ze. “Het is een flinke kostenpost en een hoop gedoe. Wanneer je al een paar jaar geen problemen hebt gehad, kom je in de verleiding om te stoppen. Maar als het dan misgaat krijg je wel een forse rekening gepresenteerd.”
Het ontwikkelen van een vaccin is een langdurig en nauwgezet traject. “Het kan wel tot 7 jaar tijd in beslag nemen”, geeft Van der Sluijs aan. “Bij het Schmallenbergvirus was het sneller, maar dat lukt alleen in crisissituaties en als alle puzzelstukjes meteen op de juiste plaats vallen.” Bij zo'n korte ontwikkeltijd rijzen er al gauw vraagtekens over de betrouwbaarheid van het vaccin. “Veehouders zijn dan achterdochtig of het wel goed is uitgetest, maar voordat zo'n vaccin op de markt komt moet het voldoen aan uitgebreide en strenge EU-regels.” Ze geeft aan dat het vooral een logistieke uitdaging is voordat een in het laboratorium ontdekt vaccin breed in praktijk ingezet kan worden. “Het is net als met koken. Voor 4 personen koken is niet lastig, maar wanneer je 400 mensen te eten krijgt moet je van tevoren zaken regelen die je je in eerste instantie niet had gerealiseerd.”
Klik hier voor meer informatie over preventie van BVD en IBR.
Tekst: MSD Animal Health