Hoe effectief in te spelen op de aanscherping van de derogatie?
We beperken ons in het kader van dit artikel tot bedrijven die de afgelopen jaren de grens van zeventig procent net haalden. Zij doen er goed aan zo snel mogelijk tien procent van hun grondoppervlakte die in gebruik is met gras in te zaaien. De constructie om maïsland af te koppelen van uw bedrijf lost te weinig op en geeft veel administratieve rompslomp. Bovendien zal het milieudoel dan waarschijnlijk niet worden gehaald, met de kans dat u in de toekomst weer extra maatregelen krijgt.
Gevolgen
Volgens KWIN-Veehouderij zit er weinig verschil in de kosten van inzaaien met gras dan wel maïs. Wel brengt grasland minder op, zeker bij weidegang. Voor een bedrijf van vijftig hectare dat opschaalt van 70:30 naar 80:20, wordt de hoeveelheid aan te kopen ruwvoer globaal anderhalve hectare groter. De hoeveelheid droge stof uit snijmaïs die per koe per dag beschikbaar is, daalt van 7,0 naar 5,3 kilo. We denken dat het beter is de hoeveelheid maïs in de zomer gelijk te laten. Die hoeveelheid zal dus in de winter dalen. Op die manier blijft het effect van snijmaïs in het rantsoen optimaal. Door deze wijziging stijgt de hoeveelheid krachtvoer iets, maar het aandeel eiwit kan iets dalen. Als de melkproductie en de gehaltes niet wijzigen, wordt het effect op het saldo een halve cent per kilo geschat.
Andere gevolgen zijn die op het gebied van bemesting, zaaizaad enzovoort. De kosten dalen, vooral doordat de kosten van zaaizaad en onkruidbestrijding van snijmaïs dalen. Ook de kosten van mestafzet dalen, omdat de bemestingsnorm van fosfaat voor grasland hoger is dan die van snijmaïs.
230 kg N uit organische mest
Zandgronden in midden- en Zuid-Nederland krijgen niet alleen te maken met de aanscherping van de graslandeis. Ook daalt de maximale aanwending van stikstof uit organische mest: van 250 kg naar 230 kilo per hectare cultuurgrond.
Gaan we uit van een gemiddelde fosfaattoestand in de grond, dan is bij 70:30 fosfaat de beperkende factor voor mestplaatsing. Bij 80:20 ontstaat meer plaatsingsruimte, maar bij de beperking tot 230 kilo N is stikstof de beperkende factor. Het scheelt vier ton per hectare grond. Voor een gangbaar melkveebedrijf is dat toch 200 ton. De mestafzet zal duurder worden.
Conclusie
Om milieudoelen te halen is gezamenlijk zorgen voor voldoende grasland het beoogde doel van de overheid. Ons advies is om daarop in te spelen met inzaai, zodat tachtig procent van het areaal grasland wordt. Het gevolg zal waarschijnlijk zijn dat mestafzet en ruwvoer duurder worden, maar dat zal de markt uitwijzen. Wij schatten de daling van het saldo op drie procent.
Voor meer informatie kunt u gerust contact met ons opnemen. Karel Remmelink, bedrijfskundig adviseur, kremmelink@alfa.nl. Alfa heeft 27 vestigingen in Nederland, www.alfa.nl.
Tekst: Karel Remmelink