‘Beste mest’ beloont met een Groen Gierton
Vanhoof ging deze dag in op de vraag: ‘Wat is goede mest en wat doet dat met de bodem en de stikstofbenutting?’ Om antwoord te kunnen geven op deze vraag zette hij de mestmonsters van 14 natuurinclusieve boeren op een rij. En dat bracht hem op het idee de boeren te belonen voor hun inspanning. Hij verdeelde de winnaars in drie categorieën.
Groene, zilveren en gouden gierton
De Groene Gierton was voor de boer met de beste mest. De Zilveren Gierton ging naar de boer met de grootste reductie van de ammoniak uitstoot. En de Gouden Gierton ging uiteindelijk naar de melkveehouder die de laagste ammoniak uitstoot per liter meetmelk realiseerde. De prijzen werden uitgereikt door Jan Pieter van der Schans, wethouder in de gemeente Ede en verantwoordelijk voor landbouw, natuur en landschap. Van der Schans presenteerde een heldere visie op het stikstofbeleid: „Stikstofbeleid moet gaan over gezondheid en het tegen gaan van verspilling. En niet over de Raad van State en beleidsmakers.” Onder de indruk van de door de veehouders behaalde resultaten concludeert Van der Schans: „Als de oplossing voor het stikstofprobleem zo dichtbij is, dan moet het toch mogelijk zijn dat we samen tot de oplossing komen.”
Groene Gierton voor Bert van Wagenvoort
„De mest van Van Wagenvoort heeft de hoogste C/N-verhouding, een normaal droge stofgehalte en een lage emissie”, somt Vanhoof op. „En daarom heeft hij de beste mest.” Na het in ontvangst nemen van de prijs legt Van Wagenvoort uit wat hij de laatste jaren heeft gedaan om de kwaliteit van zijn mest te optimaliseren. „Mestkwaliteit is een gevolg van het bedrijfssysteem dat je hanteert. Bij mij staat de koe centraal. Wij proberen al jaren de kringloop te verbeteren. Maar daarvoor ben je natuurlijk ook afhankelijk van de omstandigheden waaronder je boert. Ik ben van maximaal melken op weinig hectares en veel koeien omgeschakeld naar een biologische bedrijfsvoering met meer aandacht voor de bodem en de mestkwaliteit. Tegenwoordig ben ik geen koeienboer meer, maar een bodemboer. We voeren veel hooi van goede kwaliteit voor een goede penswerking. En bemesten van vroeg tot laat in het seizoen.” Dat de aanpak van Van Wagenvoort loont, blijkt wel uit het feit dat bewortelingsdiepte op zijn graspercelen tot 70 centimeter reikt.
Zilveren Gierton voor de Marke
De Zilveren Gierton is voor het bedrijf dat de ammoniak uitstoot het verste wist terug te dringen, De Marke. Henri Metting van De Marke legt uit hoe De Marke de uitstoot terugbracht: „Tot vorig jaar maakten wij regelmatig gebruik van digestaat. Dit zorgt voor een hoge ammoniakemissie. Maar we zijn op De Marke bodem, koe en mest steeds meer als één systeem gaan zien. Ook zijn we ons steeds meer gaan richten op gezonde voeding. We streven naar het verlagen van de input door het ruwe eiwitgehalte in het rantsoen steeds verder te laten zakken.”
Gouden Gierton voor Breukink en Groot Koerkamp
De Gouden Gierton is voor de melkveehouders die de laagste ammoniakuitstoot per liter meetmelk produceren. Het minieme verschil tussen de nummer 1 en 2 deed Vanhoof besluiten aan beide ondernemers een prijs uit te reiken.
Jan-Willem Breukink nam de prijs enthousiast in ontvangst: „Ik heb mijzelf de vraag gesteld: ’Wat is beter veel of weinig stikstof in de mest?’ En kwam tot de conclusie dat 2 kilogram organisch gebonden stikstof in mest voldoende is. 2 kilogram is genoeg om te kunnen ‘bodemboeren’. Het lage stikstofgehalte heeft een positieve invloed op de gezondheid van het bodemleven. Als boeren moeten we veel beter gaan samenwerken met in de bodem levende bacteriën, schimmels en macro-organismen. Zij voeden immers de plant. Gezonde voeding is volgens mij dan ook echt de sleutel om te komen tot een oplossing van het stikstofprobleem.”
Groot Koerkamp kreeg eveneens een Gouden Gierton overhandigd. „Ik stapte helemaal blanco in deze studiegroep, maar raakte al snel geïnspireerd om zaken anders aan te gaan pakken”, vertelt Groot Koerkamp. „Ik ben anders gaan voeren, voer minder eiwit en richt mij steeds meer op het voeren van de pens, in plaats van het voeren van de koe. Onze koeien krijgen 2 tot 3 kilogram hooi per dag, het houdt de koeien gezond, geeft betere mest en je kunt er ook nog goed van melken. Deze studiegroep heeft mij wel de ogen geopend. Er zijn veel aanpassingen die je relatief eenvoudig in kunt passen in de praktijk.”