Tips voor een hogere voerefficiëntie
Smakelijk ruwvoer
> Kies voor een passend droge stofgehalte, afhankelijk van het aandeel graskuil/maïskuil en aanvulling van eventuele vochtige bijproducten.
> Stem de haksellengte af op het rantsoen om selectie te voorkomen.
> Gebruik Ecosyl (gras) en DA Ecocorn (maïs) voor een nog betere conservering.
> Pas de hoogte van uw kuil aan op de voersnelheid. Richtlijn voersnelheid: 1 meter (‘s winters) en 2 meter (‘s zomers) per week.
> Voorkom broei door voldoende aanrijden van de kuil, aangevuld met een gronddek.
Rantsoen
Laat een representatief kuilmonster nemen voor een juiste analyse.
> Vraag uw specialist om de BufferZuurBalans van het rantsoen te berekenen, zodat u het risico op pensverzuring vooraf kunt inschatten.
> Streef naar 35 – 45% droge stof in het basisrantsoen.
> Houd de juiste laadvolgorde aan: structuur, deel van de maïs, vochtige bijproducten en/of water, droge krachtvoeders en mineralen. Deze ‘premix’ eerst goed mengen, en dan de graskuil en het laatste deel van de maïs toevoegen.
> Zorg dat het ruwvoer maximaal 7 cm lang is om selectie te voorkomen (ideale lengte 4-5 cm).
> Houd een richtlijn aan van 3-5% restvoer en ruim dit dagelijks op voor het voeren.
> Zorg voor krachtvoerstrekking naar behoefte.
Voerefficiëntie in beeld
> Bereken zelf uw voerefficiëntie via www.agrifirm.com/voerefficientie
> Houd uw voerefficiëntie wekelijks bij om afwijkingen sneller waar te nemen en hierop te kunnen sturen.
Tekst: Sanne van Raalte- van de Kamp, Agrifirm Feed