Aandeel blijvend grasland neemt af na droogte
Als gevolg van de droge zomers verdroogden veel graszoden. Deze moesten hierdoor opnieuw ingezaaid worden. Vaak gebeurde herinzaai op de Koeien & Kansen-bedrijven na de teelt van maïs. 2021 kende geen langdurige periode van droogte. Hierdoor nam het aandeel blijvend grasland het afgelopen jaar weer iets toe.
Het aandeel blijvend grasland is op kleigronden het laagst. Veel deelnemers aan Koeien & Kansen werken samen met akkerbouwers, of telen zelf voedergewassen naast gras. Grasland is op deze bedrijven vaker opgenomen in de gewasrotatie dan op bedrijven op andere grondsoorten.
Bedrijven op veengrond telen vaak geen akkerbouwgewassen. Bedrijven op zandgrond doen dat vaak wel, maar doorgaans niet in samenwerking met een akkerbouwer. Daarom is het aandeel blijvend grasland op zandgrond hoger. Het effect van droge perioden is op zandgrond ook het sterkst, concluderen de onderzoekers.
Beter bestand tegen droogte
Volgens literatuurstudie heeft blijvend grasland een rijker bodemleven dan tijdelijk grasland. In blijvend grasland komen duidelijk meer regenwormen voor. Ook heeft blijvend grasland een hoger organisch stof gehalte.
Of blijvend en tijdelijk grasland verschillen in productie is niet altijd duidelijk vast te stellen. Dit hangt nauw samen met de bodemconditie. Onder droge omstandigheden zal tijdelijk grasland op droge zandgronden waarschijnlijk beter presteren omdat het een grotere worteldichtheid heeft op zowel 10 als 20 centimeter diepte. Jonge grasland zijn dan ook vaak beter bestand tegen droogte.
Blijvend grasland bevat tevens een grotere massa bacteriën dan tijdelijk grasland. Of een grasland oud of relatief nieuw is, maakt geen verschil in de gevonden hoeveelheid bodemschimmels.
Extreme droogte voorkomen
Blijvend grasland heeft bodembiologisch en milieukundig een aantal voordelen ten opzichte van tijdelijk grasland, concluderen de onderzoekers. ‘Het is daarom logisch dat het landbouwbeleid inzet op het behoud van blijvend grasland. Eer zal daarin mogelijk wel rekening gehouden moeten worden met het voorkomen van extreme droogte omdat dit een negatief effect lijkt te hebben op het behoud van blijvend grasland.’
Tijdelijk grasland heeft ook een aantal voordelen ten opzichte van blijvend grasland. Zo heeft tijdelijk grasland soms een hogere productie. Daarnaast kan tijdelijk grasland een rustgewas zijn in een akkerbouwrotatie.
Tijdelijk, blijvend, langjarig en oud grasland
Tijdelijk grasland is volgens de definitie van RVO grasland jonger dan 5 jaar en in rotatie met gewassen als maïs. Grasland is een perceel dat ten minste 50 procent met gras is beteeld. Blijvend grasland is ouder dan 5 jaar. Wordt een perceel vernieuwd van gras op gras, dan telt de leeftijd door. Dan is er ook nog langjarig grasland. Deze percelen mogen niet gras op gras vernieuwd worden en mag er mag op slechts 10 procent van het oppervlakte gewasbescherming worden toegepast in een jaar. Oud gras is al 20 jaar niet gescheurd en ook niet gras op gras vernieuwd.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Stefan Buning
Bron: Verantwoorde Veehouderij