‘Stem ras voederbiet af op de voederwijze’
De voerderbiet is een gewas waarmee je veel voer per hectare van je eigen land kunt afhalen. Bovendien zorgt de voederbiet voor een smakelijk rantsoen. Belangrijk is dan natuurlijk wel dat voldoende vreetplaatsen aanwezig zijn, en het rantsoen goed gemengd is om selectie te voorkomen. Dat stelt Joep van Rijt, adviseur rundveehouderij bij voerleverancier Vitelia.
Wie voederbieten gaat verbouwen door er volgens hem verstandig aan om eerst te beoordelen of een perceel aan de voorwaarden voor een goede voederbietenteelt voldoet, „De pH, de zuurtegraad van de grond, moet in ieder geval hoger zijn dan 6. Daarnaast mogen er geen storende lagen in de grond zitten om de knol de ruimte te geven om te groeien. Verbouw daarom ook geen voederbieten op zware klei grond. Let bij gescheurd grasland er ook op dat er geen ritnaalden en emelten in de bodem zitten. Deze vreten namelijk de bieten op.”
200 kilo kali
Wanneer een perceel voldoet aan deze voorwaarde is het verstandig om te wachten met zaaien tot de bodemtemperatuur minimaal 5 graden Celsius is. „Tevens moet de bodem ook voldoende opgedroogd zijn, voor een goede ontkieming van de zaden en beginontwikkeling van de jonge plantjes”, weet Van Rijt. Eind maart tot half april is meestal de beste periode om voederbieten te zaaien.
„Een perceel waarop voederbieten komen kan het beste bemest worden met 30 tot 40 kuub rundveedrijfmest per hectare. Vul dit aan met 200 kilo kali en eventueel zout”, adviseert Van Rijt. De zaden moeten op een diepte van 2 tot 3 centimeter in de bodem worden gebracht met een hoeveelheid van 100.000 tot 110.000 zaden per hectare.
Zacht en smakelijk
Let bij de rassenkeuze van de bieten op de manier van voeren. Ga je deze vers voeren of inkuilen? „Wanneer je de bieten vers gaat voeren kun je beter een ras kiezen met een lage drogestofgehalte tot 16 procent. Deze bieten zijn zachter, laten zich beter in het rantsoen mengen en zijn smakelijker voor de koeien”, legt de rundveeadviseur uit.
„Wil je de bieten gaan inkuilen, bijvoorbeeld samen met de maïs, kies dan juist een hoger drogestofgehalte. Wanneer een biet een drogestofgehalte heeft van meer dan 16 procent dan is deze juist geschikter om in te kuilen.” Denk bij de rassenkeuze ook aan rhizoctoniatolerantie en het tarra.