Drijfmest: meten is weten
Een goede bemesting begint bij het analyseren van drijfmest. In de praktijk lopen gehalten in drijfmest flink uiteen. Een bemestingsadvies berekenen met gemiddelde waarden in mest sluit vaak onvoldoende aan bij de behoefte van uw gewas. Laat daarom uw drijfmest onderzoeken om binnen de huidige gebruiksnormen een passende bemesting uit te voeren. Meten is weten!
Ook kali onderzoeken
Het essentiële element kali (K2O) wordt vaak vergeten bij mestonderzoek. Meestal wordt drijfmest alleen onderzocht op de gehalten aan stikstof (N) en fosfaat (P2O5). Kali is een belangrijk element voor de vochthuishouding in de plant. Voldoende kalium geeft een vitaal gewas en draagt bij aan een hoge droge stofopbrengst van zowel gras als maïs. Daarbij vertraagt het proces van veroudering (verhouting) en blijft uw gewas langer in productie. Dit betekent smakelijker gras en een hogere voederwaarde van uw maïs.
Kali bemesten
In de maïsteelt kunt u kali het meest efficiënt aanwenden door direct na de inzaai Kali-60 te strooien. Een teelt maïs onttrekt jaarlijks 300 kg K2O aan de bodem. Afhankelijk van de hoeveelheid en samenstelling van uw drijfmest kunt u een eventueel kali-tekort aanvullen. Ook in de grasteelt komen vaker kali-tekorten voor. Met name op percelen met een hoge productie in een maairegime verdient kalium extra aandacht. Bij tekorten op grasland is Grasmix® Kali dé meststof waarbij u in één werkgang alle essentiële elementen aanvult.
Tekst: Mark de Beer, Agrifirm Feed