Let op met verse maïs voeren
Een maïskuil heeft 4 tot 6 weken nodig om goed te conserveren. Soms is dit door omstandigheden niet mogelijk. Het voeren van grote hoeveelheden verse maïs kan verteringsproblemen opleveren. Let daarom op de volgende aandachtspunten:
> Is uw oude maïskuil op? Maak dan bij voorkeur twee kuilen. Eén kuil kunt u dan goed laten conserveren, de andere kuil kunt u vers voeren.
> De verse maïs is broeigevoeliger dan geconserveerde maïs.
> Start het voeren van verse maïs langzaam op om uw dieren te laten wennen.
> Voer bij voorkeur geen grote hoeveelheden verse maïs, om dunne mest en melkproductie-of groeidaling te voorkomen.
> Een verse maïskuil bevat meer suikers. Hoe vroeger geoogst, hoe hoger het suikergehalte.
> Verse maïs kent vaak een hogere opname vanwege de smakelijke suikers.
> Een extra structuuraanvulling is nodig om dunne mest te voorkomen.
> Het droge stofgehalte in verse maïs varieert en is afhankelijk van het rijpheidstadium van de kolf (zie tabel)
Samenstelling verse snijmaïs bij diverse rijpheidstadia van de kolf (bron: handboek voor snijmaïsteelt)
Rijpheids- stadium kolf |
Droge stof |
Droge stof totale plant (%) |
Kolf in droge stof (%) |
Melkrijp | 30 | 18-22 | 30-40 |
Zacht deegrijp | 40 | 22-25 | 40-45 |
Deegrijp | 50 | 25-29 | 45-50 |
Hard deegrijp | 55 | 29-35 | 50-55 |
Tekst: Sanne van Raalte- van de Kamp, Agrifirm Feed