Grasgroei neemt af door kortere dagen
Hoewel er plaatselijk al weer veel neerslag is gevallen, zijn de verschillen groot. Een strook van Zuid West naar Noord Oost (Friesland) heeft op dit moment een neerslagoverschot. In Groningen, Overijssel (op Noord West na), grote delen van Gelderland, de Peel en bovenin Noord Holland is sprake van een neerslagtekort (over de periode vanaf 1 april tot en met 29 augustus). Dit betekent dat op sommige delen de gegevens uit de tabel onder ‘ Droog’ wel degelijk van toepassing zijn, terwijl op ander plaatsen de groei (weer) redelijk normaal verloopt.Het gaat nu om de groei van een zeer late derde, vierde of zelfs vijfde snede. In de praktijk lopen de sneden nu uit elkaar. Het is hierdoor niet meer exact mogelijk om aan te geven voor welke snede de groei bestemd is. Globaal is de groei weergegeven voor dit deel van het seizoen en het stadium van het gewas (begin groei of bedekt), waardoor het snedenummer maar een kleine invloed heeft. Wel heeft het aantal bemestingen met dierlijke mest invloed op de grasgroei, in verband met de nawerking. De groei is weergegeven bij een N-werking (exclusief stikstof uit de bodem) van 50 kg (40 voor veen). Omdat de kunstmest stikstofgift wordt afgebouwd is voor de overzichtelijkheid gekozen voor het weergeven van één globale stikstofgift. In de meeste gevallen wordt er nog nauwelijks kunstmest gestrooid en ook de laatste dierlijke mest is op dit moment gegeven. De hoeveelheid werkzame N bestaat dus voor het grootste deel uit N levering uit de bodem (met name veen) en nawerking.
Verandering in groei
Ten opzichte van voorgaande weken is de groei voor de komende week veel lager. Op veel plaatsen is echt vocht nodig om de groei weer aan te laten trekken. Voor veen met hogere grondwaterstanden is de groeireductie nog beperkt. Op de droge zandgronden nemen de groeiduren voor een maaisnede behoorlijk toe (> 6 weken). In de praktijk is het niet verstandig om langere groeiduren aan te houden, omdat de verteerbaarheid dan te sterk achteruit gaat. Maaien bij een lichtere snede is dus gewenst.
Toelichting tabel
In de tabel ziet u een wekelijkse groeimarge. Voor de groei van een maaisnede gaat de tabel uit van maximaal 2,5 ton droge stof en bij een weidesnede van maximaal 1,5 ton droge stof per hectare. Anders zijn de groeiduren te lang en gaat de verteerbaarheid teveel achteruit. Het voorspelde aantal groeidagen in de tabel, voor weide- en maaisnede, is gerekend vanaf de dag die er tussen haakjes achter staat. Voor de groei van een maaisnede gaat de tabel nu uit van maximaal 2 ton droge stof. Bij een weidesnede van maximaal 1.2 ton ds/ha (nieuw gegroeid aanbod, dus exclusief oude weiderest). Groeiduren worden anders te lang, en de verteerbaarheid gaat dan teveel achteruit.
Achtergrond
'Er is behoefte aan nieuwe kengetallen bij beweiding'. Dit bleek uit onderzoek van Stichting Weidegang. Daarbij is grasgroei per hectare per dag het belangrijkste kengetal. Hiermee kunt u als veehouder inschatten wanneer u de volgende snede kunt weiden of maaien. Daarom heeft Agrifirm Feed de afgelopen tijd regelmatig een actuele inschatting van de droge stoftoename per dag gegeven. Dit is het laatste bericht van deze serie.
Tekst: Leo Tjoonk, Agrifirm Feed