Beoordeel uw grasland

Goede grassen van economisch belang
Let bij het beoordelen van grasland op het aandeel goede grassen/ klaver, de onkruiddruk en open plekken. Goede grassoorten zijn: Engels raaigras, Timothee, Beemdlangbloem, Veldbeemdgras en in mindere mate Ruwbeemdgras. Voorbeelden van bekende, slechte grassoorten zijn straatgras en kweek. Matige of slechte grassen behalen te weinig opbrengst of voederwaarde, waardoor het economisch onverantwoord is om hier mee verder te telen. In de onderstaande tabel ziet u de verschillen tussen goed en slecht grasland.

Door de hogere droge stofopbrengst en voederwaarde van goede grassen stijgt de potentiële melkproductie (op basis van bruto KVEM opbrengst) per ha met maar liefst 5.000 kg melk per jaar. Op basis van de voederwaardeprijs vertegenwoordigt goed grasland zelfs € 535,- per ha per jaar meer dan een slechte graszode.

Beoordeling
Loop in een W-vorm door uw percelen en scoor bovenstaande punten. Vervolgens kunt u bepalen tot welke categorie uw perceel behoort en de bijbehorende actie ondernemen.

Goed grasland
> 80% of meer goede grassoorten/ klaver
> Waardering: excellent grasland
> Actie: houd het graslandmanagement op een hoog niveau om de goede zode te behouden.

Matig grasland
> 50 tot 80% goede grassoorten/ klaver
> 20% of meer open zode
> Waardering: grasland is te goed om te vernieuwen maar te slecht om verder te telen.
> Actie: doorzaaien van de zode met 15 tot 20 kg graszaad per ha om aandeel goede grassen te verhogen. Doorzaaien in de maand september geeft de meeste kans van slagen.

Slecht grasland
> 50% of minder goede grassoorten/ klaver
> 20% of meer kweek
> Waardering: slecht grasland, economisch onverantwoord om verder te telen.
> Actie: vernieuwen van de zode. Houd rekening met het wettelijk scheurverbod op grasland. Kies voor herinzaai of een rotatie met een ander gewas bijvoorbeeld maïs of granen. Oude graszode doorspuiten vanwege kweek- en onkruidbestrijding.