Een hoog eiwitgehalte, ook in de zomer
Een aantal aandachtspunten om ook in de zomerperiode een goed eiwitgehalte te realiseren:
> Zorg voor voldoende eiwit in het rantsoen.
Ondanks een goed berekend rantsoen blijft het in rantsoenen met overwegend weidegras moeilijk te boordelen of u voldoende eiwit verstrekt. Uit de vers grasmonitor blijkt dat er grote variaties zit in hoeveelheid eiwit tussen bedrijven. Ook is niet duidelijk in welke vorm het eiwit in het gras zit: bestendig of onbestendig? Let daarom goed op uw tankcijfers. Met name het ureumgehalte vertelt u of uw rantsoen voldoende, teveel of te weinig eiwit bevat.
> Verstrek extra eiwit bij een te laag ureumgehalte in de melk.
Is uw ureumgehalte lager dan 15 en valt de melk(eiwit)productie tegen? Verstrek dan extra eiwit.
> Let op de eiwitniveau’s in uw gras.
Bij een laag eiwitniveau in uw gras kan de fosforvoorziening in het gedrang komen. Een melkeiwitdaling is het gevolg. U krijg een indicatie van uw eiwitgehalte via de wekelijkse vers grasmonsters op de grasmonitor.
> Energievoorziening: let op de voeropname.
Als de energievoorziening onder druk komt te staan gaat dit ook ten koste van het eiwitgehalte in de melk. Dit is vooral het geval bij nieuwmelkte en kreupele koeien.
Ook de opname van weidegras kan als gevolg van aanbod en kwaliteit lager zijn dan verwacht. Vooral broei heeft een negatieve invloed op de droge stofopname. Zorg dus voor fris en smakelijk voer naast het weidegras.
Tekst: Leo Tjoonk, Agrifirm Feed