Ten Hoeve: luchtwasser keert terug op RAV-lijst
Ten Hoeve, eigenaar van WinStal in Heerenveen, is als enige in Nederland bezig met het aanvragen van proefstallen met luchtwassers voor melkvee. In 2012 verkreeg hij de proefstalstatus voor vier stallen. De voorlopige (berekende) emissiefactor werd vastgesteld op 5,1 kilo ammoniak per dierplaats per jaar. Dat jaar verscheen de eerste luchtwasser op een melkveebedrijf in Nederland, bij Marius Gunnink in Kampen.
Gestrand
Bij proefstallen moet er gedurende een jaar lang officiële metingen worden gedaan (aan alle vier de stallen) om de definitieve emissiefactor vast te stellen. Dat is echter om verschillende redenen gestrand, legt Ten Hoeve uit. Ten eerste was er discussie met de RVO over de landbouwkundige voorwaarden; specifiek het jongvee-aandeel.
En ten tweede verzwaarde de RVO in 2017 de eis aan dergelijke stallen: de zijkanten moesten verder dicht. "Zowel de NZO als FrieslandCampina hebben eind 2012 al een duidelijk signaal afgegeven dat ze dat niet willen in de melkveehouderij: geen dichte stallen met een luchtwasser. Dus ik zag het niet zitten om met dié optie verder te gaan met meten", aldus Ten Hoeve.
Open zijkanten
Intussen heeft de oud-NMV-voorman echter niet stilgezeten. In 2016 heeft hij een aanvraag ingediend voor vier proefstallen met aan beide zijden open zijkanten, met een berekende emissiefactor van 7,5 kilo ammoniak per koe. Bij de eerste proefstal, van de familie Steenblik in Grolloo, beginnen de metingen dinsdag. Met alle officiële regelarij verwacht Ten Hoeve daarom dat over pakweg anderhalf jaar dit stalsysteem met luchtwasser op de RAV-lijst kan komen.
Halfopen stallen
Daarnaast is Ten Hoeve nog bezig met de aanvraag van vier proefstallen met één open en één gesloten zijkant; die is dan bijvoorbeeld afgedicht met zeil. Hier gaat hij uit van een voorlopige emissiefactor van onder de 4,6 kilo. Omdat er minder dwarsventilatie is, kan de wasser een groter percentage stallucht zuiveren van ammoniak, legt hij uit.
Echter, over deze proefstallen is Ten Hoeve nog in discussie met de RVO. Die vindt namelijk dat dit stalsysteem hetzelfde is als een stal met twee open zijkanten, terwijl Ten Hoeve vindt dat de half gesloten stal wezenlijk verschilt van de open stal. Hij tekende daarom beroep aan bij de interne beroepingscommissie van de RVO. Die stelde hem in het ongelijk.
Advies
Tegen die uitspraak is hij vervolgens in beroep gegaan bij de bestuursrechtbank in Groningen. Daar is zowel Ten Hoeve als de RVO gehoord door milieutechnische specialisten van de Stichting Advisering Rechtspraak. Die oordeelden daarop dat het wel degelijk twee verschillende staltypes zijn, en stuurden dat advies naar de driekoppige bestuursrechter.
De rechters gaan dat advies morgen (donderdag) beoordelen. Ten Hoeve verwacht binnen enkele weken de uitspraak te vernemen. Hij hoopt uiteraard dat hij in het gelijk wordt gesteld. "Dan kan ik ook voor dat halfopen staltype een voorlopige emissiefactor krijgen, want die heb ik nu nog niet."
Als hij groen licht krijgt, kan hij ook het proefstaltraject en de metingen voor vier halfopen stallen opstarten. Overigens blijven alle bestaande, reeds afgegeven vergunningen voor stallen met een luchtwasser gewoon geldig, benadrukt Ten Hoeve.