De plek van Elmer Kramer
‘Ik ben graag achter bij de kuil en voermengwagen, bezig met nauwkeurig het voer klaarmaken. Het is natuurlijk wel de basis van het bedrijf. Het voer heeft invloed op de gezondheid en productie van de dieren. Het mooie en uitdagende er van vind ik om bij wisselingen in de kuil het voer dan toch zo samen te stellen dat het wel goed blijft gaan. Een tijdje geleden hadden we bijvoorbeeld warme perspulp en dus werd het hele rantsoen te warm.
Sinds oktober vorig jaar heb ik een nieuwe voermengwagen met 28m³ inhoud. De oude werd te klein, ik voerde tweemaal achter elkaar als de koeien binnen waren. Deze nieuwe bevalt me erg goed. Hij mengt beter en sneller. Met twintig messen wordt het voer goed gesneden, maar blijft luchtig. Ook de automatisch geschakelde aandrijvingskast werkt prettig. Hierdoor kan een trekker van 125 pk de wagen goed aan. En kun je de wagen aan de hand van een ingesteld gewicht laten op- of terugschakelen. Het draadloze gewichtsdisplay in de verreiker werkt mooi, hiermee heb je altijd goed zicht op wat je aan het doen bent. De nieuwe voermengwagen is voorzien van een magneet, ik ben wel verwonderd wat er allemaal aan blijft plakken. Van hele kleine schilfers metaal, stukjes draad tot een schuddertand. Gelukkig gebeurt dit niet dagelijks, maar zo een keer per week haal je er wel iets af.
Het voer samenstellen is wel een ontspannen klusje, maar toch is het zaak je aandacht er goed bij te houden. Ik vind dit werk ook veel te mooi om het eventueel te laten doen. Zou het niet willen uitbesteden aan een loonwerker. Je hebt er dan geen stuur meer op. Sinds mijn achtste jaar mocht ik uit school van mijn vader de kuilblokken snijden. Eerst samen met hem, maar toen bleek dat het goed ging mocht ik het alleen doen. Ik kon zittend amper bij de pedalen, het was half staan. Mogelijk is daar de basis wel gelegd voor mijn voerpassie.’
Tekst: Susan Rexwinkel
Beeld: Susan Rexwinkel