Hoe een te sterke vetdaling in de zomerperiode voorkomen?
Het weideseizoen start bijna. Een periode waar veel veehouders naar uitkijken. Zeker als het gaat om het voorjaar. Het malse weidegras betekent vaak scherper krachtvoer voeren, vooral eiwitrijk krachtvoer. Maar weiden heeft ook zijn uitdagingen. Eén van de uitdagingen is het dalende vetgehalte. Vooral in de zomerperiode. De betreffende melkveehouder ziet het vetgehalte in de zomer richting de 4 procent dalen terwijl in de winterperiode vlot 4,70 procent eiwit wordt gehaald.
Het is bekend dat weidegras wat samenstelling betreft nogal druk geeft op het vetgehalte. Het aandeel weidegras in het rantsoen is daarin bepalend. Maar ook bedrijven die niet weiden, hebben te maken met een dalend vetgehalte, al is op deze bedrijven de vetdepressie vaak wat lager. De daglengte en de weersomstandigheden spelen dus eveneens een rol.
De betreffende veehouder voert gemiddeld zo’n 6 kilo droge stof aan weidegras, afhankelijk van het grasaanbod en de kwaliteit van het gras. Daarnaast krijgen de koeien aan het voerhek de hele weideperiode 4 kilo drogestof aan snijmaïs en aanvullend graskuil naar behoefte. Als het ureum en het eiwitgehalte onder druk komen te staan, voert hij wat eiwitmeel bij.
De melkveehouder is benieuwd of en hoe collega-melkveehouders sturen op het voorkomen van een al te sterke vetdaling. Daarbij doelt hij niet op het voeren van bijvoorbeeld extra bestendige vetten. Dat zijn wat hem betreft ‘lapmiddelen’.
Reageer
Stuurt u als veehouder op het vetgehalte in het weideseizoen? Welke maatregelen worden genomen om een al te sterke vetdaling te voorkomen? Reageren op deze Prakijkvraag kan onder dit artikel.