Nieuwe methoden voor bepalen methaanemissie koeien
Dat meldt Wageningen UR naar aanleiding van een onderzoek waarin ook zuivellab Qlip participeerde.
Koeien en andere herkauwers produceren het zware broeikasgas methaan bij de vertering van voedsel. In de melkveehouderij is het methaan van herkauwende koeien de grootste bron van broeikasgassen.
Lastig te meten
De hoeveelheid methaan die koeien produceren, is echter lastig te meten in de praktijk. Daarom hebben de onderzoekers gezocht naar een indicator voor methaanemissie die gemeten kan worden in de melk van melkkoeien.
In het onderzoek zijn twee bestaande technieken onderzocht. Het bepalen van de emissie via het meten van de vetzuren in de melk blijkt accuraat en effectief. Deze meettechniek werkt echter met gaschromatografie en is daardoor kostbaar en tijdrovend. Dat maakt het niet geschikt voor grootschalige routinematige analyses.
Infraroodspectrum
Daarnaast is gekeken naar het infraroodspectrum van de melk. Deze techniek wordt al routinematig gebruikt voor de bepaling van vet-, eiwit- en lactosegehalte van de melk in het kader van de melkproductieregistratie en in het uitbetalingsonderzoek. De onderzoekers hebben nu gekeken of hiermee ook de vetzuren kunnen worden gemeten die een goede indicatie zijn voor de mehtaanemissie van koeien.
Voor het onderzoek zijn 218 melkgevende Holsteins in speciale klimaat-gecontroleerde 'respiratiekamers' geplaatst. Deze koeien kregen 30 verschillende rantsoenen die representatief voor de Nederlandse melkveehouderij, variërend in ruwvoersamenstelling (vers gras, graskuil, snijmais) en kwaliteit (bijvoorbeeld ruwvoer van verschillende oogstmomenten en bemestingsniveaus). Van deze koeien zijn vervolgens melkmonsters verzameld.
Beduidend nauwkeuriger
Uit de resultaten blijkt dat de methaanemissie van melkkoeien beduidend nauwkeuriger is te schatten via de bepaling van melkvetzuren via gaschromatografie, dan via infraroodspectrummetingen. Via de bepaling van melkvetzuren bleek het verschil in methaanemissie tussen de verschillende de rantsoenen veel beter aan te tonen. De infraroodmeting pikt eigenlijk net niet die vetzuren eruit, die een goede indicator zijn voor de methaanemissie, legt onderzoekster melkveevoeding Sanne van Gastelen uit.
Eenvoudig en goedkoop
Aan de andere kant is de infraroodmethode relatief eenvoudig en goedkoop toe te passen in de praktijk. De methaanemissiebepaling zou dan kunnen worden meegenomen met de reguliere vet- en eiwitbepaling. Hierdoor kan zowel per individuele koe als per tankmelkmonster een inschatting worden gemaakt van de methaanemissie, volgens Van Gastelen. Op dit moment is dat echter nog niet mogelijk; daarvoor zal de huidige infraroodspectrumtechniek moeten worden aangepast.
Minder broeikasgassen
De agrarische sector en de Nederlandse overheid hebben afgesproken om in 2020 30 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. De ambitie van de EU is om de broeikasgasuitstoot in 2050 met 80 procent te hebben verlaagd.
De beschreven experimenten zijn onderdeel van het publiek/private TiFN-onderzoeksproject (gericht op voedsel en voeding) en van het Innovatieprogramma Emissie-Arm Veevoer, wat is gefinancierd door het ministerie van economische zaken en de voormalige productschappen diervoeder en zuivel.