Methaanremmer blijkt goed toepasbaar; ‘zelfs geen effect op proces mestvergisting’
De praktijkproef werd gehouden op 158 melkveebedrijven. DSM werkte hierbij samen met FrieslandCampina en Agrifirm. Al deze melkveebedrijven voerden een periode van zes maanden de methaanremmer Bovaer. De gemiddelde reductie van de methaanuitstoot lag in deze periode op 28 procent. In een onderzoek op Dairy Campus in 2020 werd een methaanuitstoot gerealiseerd van 27 tot 40 procent. In de praktijk blijkt de methaanuitstoot gemiddeld dus iets lager dan wat eerdere proeven aantoonden.
Op basis van de informatie die de drie bedrijven verschaffen, blijkt dat de deelnemende veehouders overwegend positief reageren op het toepassen van de methaanremmer. Er werden geen veranderingen waargenomen op de gezondheid, de melkproductie en de samenstelling van de melk.
Praktijkervaringen
Ook bleek het product geen invloed te hebben op het proces van mestvergisting, waarbij juist methaan wordt gebruikt voor de productie van biogas. Jelle Heida en André Kleistra uit Hoornsterzwaag is een van de deelnemende melkveehouders. Ze investeerden onder andere in mono-mestvergisting en een stikstofstripper. Heida vertelt dat ze mee hebben gedaan omdat ze nieuwschierig waren of het voeradditief invloed zou hebben op het vergistingsproces. „We hebben geen enkel effect gemerkt tijdens de periode dat we Bovaer hebben toegevoegd aan het rantsoen”, zo luidt hun ervaring.
Lars van den Nieuwenhof in Someren (NB), die 125 koeien melkt, was ook een van de deelnemers aan de pilot. „Ik ben zeker tevreden met de resultaten. Ik heb aan de koeien niets gemerkt; ze produceren goed, zijn gezond, vitaal en vruchtbaar. We zullen het voeradditief blijven gebruiken. Ik ben blij dat we hiermee een extra bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van onze impact op het klimaat”, zo meldt de jonge veehouder.