Succesvolle levensduurfokkers met elkaar in discussie
Volgens de fokwaarden had de levensduur van de Nederlandse melkveestapel de afgelopen jaren moeten toenemen en toch blijft die stijging in werkelijkheid uit. Hoe dat kan, is de centrale vraag op het symposium Fokken voor Levensduur, dat op vrijdag 9 maart in het Abe Lenstra Stadion in Heerenveen wordt gehouden (belangstellenden kunnen zich opgeven via www.levensduurkoeien.nl).
Overeenkomsten
Als partner heeft vakblad Melkvee zeven succesvolle veehouders op het gebied van levensduur uitgenodigd om alvast met elkaar in gesprek te gaan, om te kijken hoe ze tot hun resultaten komen en of er ook overeenkomsten zijn. Wat dat laatste betreft, blijkt dat zes van de zeven boeren hun koeien weiden, een even groot aantal (semi) diepstrooiselboxen in de stal heeft, niemand een melkrobot heeft en iedereen lang door-insemineert als een koe niet vlot drachtig wordt.
Te vroeg ruimen
„De leeftijd wordt niet hoger, omdat er te veel boeren zijn die hun koeien te vroeg ruimen”, stelt Eppie Kamstra uit Twijzelerheide (FR). „Er zit te weinig verschil tussen wat een exportpink en een slachtkoe opbrengen”, reageert Wim Mooijman uit Westerwijtwerd (GR). „Tot vorig jaar wist je redelijk waar je aan toe was”, refereert Kees Kortleve uit Noordeloos (ZH) aan het fosfaatreductieplan. „Door het fosfaatquotum en het resulterende krappe jongvee-aanbod zullen de vaarzen duur gaan worden, zodat binnen een paar jaar de daadwerkelijk haalbare levensduur aan het licht zal komen.”
Potentiële honderdtonner
„Een oude koe is een probleem bij een categorie boeren, die hebben daar geen aardigheid aan”, meent Piet de Boer uit Tjalleberd (FR. Het voordeel van een oude koe is volgens Mooijman dat ze gemakkelijk veel melk geeft. „Een vaars van 12.000 kilo melk wordt niet oud”, reageert Kamstra. „De productie moet niet te hoog zijn bij twee keer daags melken”, vindt Kortleve. Hij wijst op het gevaar van het ‘door de uier gaan’. Een te lage productie noemt Jan Winter uit Vriezenveen (OV) echter ook ongewenst. „Een vaars die geen 30 liter haalt, gaat er bij ons uit.” Winter probeert aan zijn vaarzen af te lezen of het potentiële honderdtonners zijn. Als dat niet het geval is, verkoopt hij ze aan andere veehouders.
Karakter
„Er is iets dat je niet kunt zien en wat koeien oud laat worden. Wij zoeken dat in laatrijpheid en karakter”, stelt Arno van Velzen uit Meedhuizen (GR). Hij noemt de dochters van Jabot koeien met te weinig karakter. „De twee die bij ons de 100.000 kilo hebben volgemaakt, kwamen dan ook uit een Sunny Boy en uit een Tops.” De hoogtemaat is volgens Ton Lansbergen uit Egmond aan den Hoef (NH) ook van invloed. „De grootste koeien verdwijnen vaak als eerste.”
De volledige discussie tussen de zeven succesvolle melkveehouders op het gebied van levensduur, is te lezen in het vakblad Melkvee, dat op zaterdag 24 februari verschijnt.
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Susan Rexwinkel